Context Oriëntatie
Jan van Til
Kunt
u wat over uzelf vertellen? Een bekende vraag. Het antwoord erop, of het nu
lang is of kort, is eigenlijk altijd weer merkwaardig. Want wat vertelt u? U
vertelt bijvoorbeeld over uw werk, partner, (schoon)ouders, huis,
(klein)kinderen, hobby’s, opleiding, (neven)functie(s).
U
vertelt dus niet zozeer over uzelf, maar over de relaties die u met uw omgeving onderhoudt. Over de manier waarop u
uzelf in uw omgeving ziet ‘ingeweven’. Omgekeerd is het natuurlijk uw omgeving
die zo haar eigen relaties met u onderhoudt. Het is uw omgeving die op haar
beurt bepaalt hoe ze haar verwevenheid met u ziet. En die twee gezichtspunten
vallen vrijwel nooit samen: er zijn voortdurend variërende overeenkomsten en
verschillen.
Twee
personen, zeg A en B, verhouden zich eigenlijk nooit op dezelfde manier tot
elkaar. Tussen A en B bestaan altijd… twee
relaties: A verhoudt zich op een bepaalde manier tot B; B verhoudt zich op een
andere manier tot A. En die twee relaties zijn, door de tijd heen, voortdurend
aan allerhande veranderingen onderhevig. U kunt, bijvoorbeeld, nog steeds met
veel inzet en liefde uw werk doen, terwijl uw werkgever sinds vorige week
eigenlijk liever van u af wil.
Zo
is er dus dat ‘weefwerk’ aan relaties waarin u, als subject, uw positie
‘inkleedt’. Uw doen en laten vormt mede dat weefwerk. En omgekeerd raakt uzelf
gevormd door het doen en laten van dat weefwerk. In sterke onderlinge
afhankelijkheid ontwikkelen zich voortdurend onderlinge relaties – via tal van
interacties en heel dynamisch. En dat geldt niet alleen voor u als subject; dat
geldt voor alle objecten. Op die
manier komt elk object in levend weefwerk tot aanzijn, tot positie, tot leven.
Wie
u bent en wat u betekent als subject ligt dus (grotendeels)… buiten uzelf – in het weefwerk – en is voortdurend in beweging. Dat hoort
misschien wat onwennig, maar ik vertrouw er op dat u beseft dat ‘het’ ergens
toch zo in elkaar steekt. Denkt u zich maar eens in dat enkele van uw
belangrijkste relaties plotsklaps wegvallen… wie u bent en wat u betekent… heel
uw ‘being there’ zou er grondig door veranderen!
In
de afgelopen jaren zijn veel informatici vertrouwd geraakt met Object
Oriëntatie; kortweg OO. Binnen het OO-denkraam telt het object als kernconcept. Elk object is een afgerond
geheel en vertoont zelfstandig en autonoom gedrag; gedrag dat als vaste
eigenschap van het object zelf wordt beschouwd.
Context
Oriëntatie, kortweg CO, is een radicaal ruimere denkwijze – een denkwijze die,
ten opzichte van OO, veel beter spoort met uw en mijn ervaring van de ons
omringende werkelijkheid.
Met
het oog op ondersteuning van onbegrensde informatievariëteit, keert CO het
OO-object binnenstebuiten en schudt het als het ware leeg in het weefwerk – in
de context zeg ook maar. Binnen het CO-denkraam telt niet object, maar context
als kernconcept. CO stelt dat elk object met, in, tot en door het dynamische
weefwerk aan relaties (context) tot aanzijn, tot gedrag komt. En specifiek
objectgedrag komt voort uit de momentane toestand van dat weefwerk (waarin dat
object op dat moment tot aanzijn, tot gedrag komt).
Eigenlijk
is OO alleen maar geschikt voor statische en geïsoleerde omgevingen waarin elke
mogelijke situatie waarin een object kan verschijnen gemakkelijk kan worden
vóórzien. De door OO ondersteunde informatievariëteit is daarmee erg beperkt.
Voor elke nieuwe situatie moet het object immers weer worden ‘opengebroken’ om
het die nieuwe situatie te leren onderscheiden van al bekende situaties.
In
de reële dynamiek van vandaag is het overduidelijk dat nieuwe situaties aan de
lopende band ontstaan. Volgens het OO-denkraam liggen objecten dan voortdurend
voor onderhoud op de werkbank – zonder dat iemand er wat aan heeft.
Maar
volgens het CO-denkraam is het de momentane toestand van het dynamisch weefwerk
aan relaties dat specifiek objectgedrag voortbrengt. En de
gelegenheidsconstructie van het bijbehorende object vindt steeds precies op
maat plaats (volgens het JIT-principe). Kijk, dat levert onbegrensde
informatievariëteit.
Nu
is het niet zo dat die twee benaderingen, OO en CO, elkaar domweg uitsluiten.
De OO-benadering, in zwang bij informatici, past prima binnen de ruimere
CO-benadering die informatiekundigen voorstaan. Voor informatici telt de
objectenwereld als vertrekpunt. Voor informatiekundigen telt het weefwerk aan
relaties, de context, als vertrekpunt. Vanuit dat weefwerk ontstaan, Just In
Time, objecten als gelegenheidsobjecten. En het zijn deze objecten die de,
nieuwe, handelingsbasis voor informatici vormen.
Het
goede nieuws is dus dat CO ook werkt in de statische omgevingen waartoe OO
zich, door haar beperkte paradigma, noodgedwongen heeft te beperken. Het andere
nieuws is dat CO, als wezenlijk ruimer paradigma, door informatici nog altijd
vergaand onbegrepen is en mede daardoor sterk ondergewaardeerd wordt. Als te
ingewikkeld en te theoretisch wordt afgeserveerd.
En
toch… Voor wie het zíet… Voor wie de paradigmawissel máákt, betekent CO een
‘wereldstap’. Een stap naar semantische interoperabiliteit met behulp van
maatwerkobjecten; Just In Time geproduceerd. Een stap waar onze hedendaagse
informatiemaatschappij met smart op zit te wachten.
Promotie
van CO is meer dan ooit nodig! Informatiekundigen gezocht die zich dáár voor
willen inzetten!
Februari
2009, 2009 © Jan van Til
Voorgaande
tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.