Hoofdschakelaars in e-society
Jan van Til
Het
gebeurt pal voor uw en mijn neus. Elke dag opnieuw. Onmiskenbaar manifesteert
informatiemaatschappij zich met haar zo bonte palet aan gevarieerde en ook
sterk variërende situaties. In zulke dynamiek verouderen vaste gedragspaden
(ketens) snel en raken achterop. De ketens ‘van weleer’ ontpoppen zich vandaag
de dag meer en meer als… gelegenheidsketens.
Wie
contacten tussen burgers, bedrijven en overheden (toch) vanuit ketenperspectief
wil vatten en ook daadwerkelijk als ketens aanlegt, ziet verwarring toenemen.
Want dergelijke ketens staan al snel te ver af van zo veranderlijke
werkelijkheid. Steeds meer mensen lopen daarin vast en haken af.
In
onze netwerksamenleving, want zo heet informatiemaatschappij ook wel, is het
voor elke individuele schakel van groot belang steeds soepel te kunnen
schakelen met andere schakels tot een voor de gelegenheid relevante keten. De
structuur die daarvoor het meest geschikt is, is niet langer een keten, maar…
een netwerk.
Onderlinge
(netwerk)contacten, informatieverkeer dus, tussen miljoenen schakels; de hele
samenleving – dus zowel individuele burgers als ook burgers in allerlei
samenlevings- en samenwerkingsverbanden – vragen om ontketening! Ontketening
tot ‘losse’ schakels in dynamisch netwerkverband. Ontketening met het oog op
ruime (schakel)mogelijkheden voor uiterst gevarieerd informatieverkeer.
Het
individu, de burger komt in onze moderne netwerksamenleving onmiskenbaar en
prominent naar voren als nieuwe schakelmaat. De burger als wezenlijke schakel
in legio gelegenheidsketens. De burger als ‘hoofdschakelaar’ in al zijn
maatschappelijke verbanden. Zowel privaat als zakelijk als ook publiek. Welkom
dus in uw eigen netwerksamenleving!
Wie
onderlinge contacten vanuit netwerkperspectief gaat begrijpen, ziet – door de
tijd heen en afhankelijk van de specifieke situatie – ordelijk
informatieverkeer over wisselende schakelingen realistisch voor zich. Dat lijkt
mogelijk wat ingewikkeld, maar op die manier behoort verwarring tot het
verleden. Want alle ketens worden dan opgevat als gelegenheidsketens en leiden
in netwerkverband elk hun eigen afzonderlijke, temporele en situationele
bestaan.
Dat
is – in een notendop – een schets van onze hedendaagse informatiemaatschappij
en netwerksamenleving waarin en waarvoor we modern informatieverkeer hebben in te
richten. Netwerksamenleving die voor informatieverkeer haar vertrekpunt neemt
bij haar hoofdschakelaars; bij (netwerk)burgers zoals u en ik. Dan raakt
informatieverkeer op duurzame schakelmaat geschoeid.
Daar
is een heus deltaplan voor nodig! Want informatieverkeer waaraan individuele
schakels in volst vertrouwen deelnemen om al hun contacten, hun
informatieverkeer dus, trefzeker af te wikkelen… ontstaan niet maar vanzelf.
Informatieverkeer
op maatschappelijke (netwerk)schaal – dus tussen burgers, bedrijven en
overheidsinstellingen – is… door en door infrastructureel van karakter.
Stelselmatige overheidsbemoeienis tot informatie-infrastructuur voor
informatieverkeer in netwerksamenleving is daarvoor eenvoudigweg een conditio
sine qua non!
Alleen
op die manier ontstaat een robuuste informatie-infrastructuur van coherente
informatie(verkeers)knooppunten met alles erop en eraan – zowel materieel als
immaterieel.
Het
gebruik van zo’n informatie-infrastructuur blijft – vanzelfsprekend! – niet
beperkt tot overheidsinstellingen. Natuurlijk niet! Iedereen, burgers,
bedrijfsleven en overheden, maken voor onderling informatieverkeer maar wat graag
en op velerlei manieren gebruik van vertrouwenwekkende en enkelvoudige
informatie-infrastructuur.
Dergelijke
informatie-infrastructuur heeft perspectief! Netwerkperspectief wel te
verstaan. En gaat net zo’n hoge vlucht nemen – wellicht zelfs hoger! – als onze
infrastructuur voor fysiek verkeer. Een e-society
mèt en vóór en dóór zowel individuele burgers als ook burgers in grotere
verbanden zoals bedrijven en overheden!
Prachtig!
Waar beginnen we?! Laten we voor de inrichting van informatieverkeer beginnen
bij het begin; bij de individuele hoofdschakelaar: bij de burger en bij het
eigendomsrecht van zijn persoonlijke informatie.
Het
ligt eenvoudigweg voor de hand te stellen dat persoonsinformatie (d.w.z.
informatie over een persoon, burger – u en ik dus) persoonlijk eigendom is. En
dat eigendomsrecht vestigt oorspronkelijk en volledig beschikkingsrecht van die
persoon over zijn persoonsinformatie. Iedere schakel is eigenaar van de eigen
(schakel)informatie.
Dat
krachtige en funderende basisprincipe verdient echter wel nuancering. Want een
schakel die meent met, bijvoorbeeld, zijn geboortedatum te kunnen marchanderen,
draagt niet bepaald bij aan onderling vertrouwen in maatschappelijk
informatieverkeer en plaatst (schakelt) zichzelf (uiteindelijk) buiten de
netwerksamenleving.
Ten
behoeve van onderling vertrouwen; van borging van legitieme belangen van
miljoenen schakels is wettelijke beperking van zelfbeschikkingsrecht een must.
Als
schakel in netwerksamenleving bent u dus zèlf principieel eigenaar van uw
persoonsinformatie. Over veel van uw persoonsinformatie beschikt u echter niet
zelf; voor het beheer van dergelijke persoonsinformatie wordt, voor miljoenen
schakels, een aparte registermacht in het leven geroepen – dus lòs van de ons
zo welbekende wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende machten (zie Pentas politica
voor een uitgebreider beeld). En die registermacht legt periodiek
verantwoording af aan elke individuele schakel over alle met zijn
persoonsinformatie uitgevoerde handelingen (transacties).
Daar
moet natuurlijk meer over gezegd en voor geregeld worden – veel meer, maar
daarvoor verwijs ik graag naar een uitstekende aanzet als het iDNA Manifest (dotindividual
– Center for Information Equity).
Met
behulp van adequate (verkeers)regels voor informatieverkeer in
netwerksamenleving – regels waarmee het verkeer tussen individuele schakels als
burgers, bedrijven, overheden en registermacht ordelijk wordt geregeld – kan
elke schakel zich in volst vertrouwen ‘inschakelen’ in allerhande
informatiebetrekkingen – zowel privaat als zakelijk als ook maatschappelijk.
Wat
moet er nog meer gebeuren? In onze democratie moet de al even ten tonele
gevoerde registermacht op stelselmatige wijze handen en voeten worden gegeven.
Dat is van invloed op tal van informatiebetrekkingen waarbij burgers, bedrijven
en overheden nauw zijn betrokken. Dat vraagt om nieuwe (informatie)wetgeving.
Voor alweer een prima aanzet verwijs ik graag opnieuw naar dotindividual: naar
de nieuwe “Wet bescherming persoonsgegevens”; kortweg Wbp 2009.
Zijn
we er dan? Nee. Binnen het bestek van deze column is geen plaats voor het
schetsen van een volledig beeld. Wel is een belangrijk deel van het
totaalplaatje alvast herkenbaar ingekleurd. Dat geeft u hopelijk voldoende
beeld en houvast (vertrouwen) om ruimer inzicht te overwegen en te laten
rijpen.
De
individuele burger – u en ik dus – vormt in netwerksamenleving zowel
hoofdschakelaar als duurzame schakelmaat. En van daaruit laat onze hedendaagse
informatiemaatschappij zich kwalitatief
moderniseren tot uw en mijn e-society.
April
2009, 2009 © Jan van Til
Voorgaande
tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.