2009.04 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn,
Digitaal Bestuur, blogs en e-mail die ik verstuurde
in de periode juli en augustus 2009. De volgorde van de fragmenten is
chronologisch.
01. Het is 2009; we leven in
een informatiemaatschappij. Jongeren kregen die met paplepel ingegoten; anderen
leerden en leren leven in door en door vernetwerkte samenleving. Oude en
vertrouwde hiërarchieën (zuilen enzovoort) zijn nagenoeg geheel verdwenen. Direct
onder onze neus speelt zich anytime de werkelijkheid van anywhere af.
Veranderingen zijn aan de orde van elke dag. De effecten van de ene verandering
tekenen zich nog maar nauwelijks af of een volgende veranderingsgolf dient zich
alweer aan. Dynamiek en variëteit namen en nemen sterk toe….
En de overheid…. De overheid
werkt nog grotendeels als een zorgvuldig onderhouden middeleeuws kasteel –
compleet met ophaalbrug, slotgracht en kasteelleven. Een omgeving waarin een
jaar of wat geleden… telefoon is aangelegd. En vandaag de dag rinkelt in de
ridderzaal vrijwel onophoudelijk de telefoon: de kasteelheer wordt op de gekste
tijden door Jan en alleman gebeld. De onneembare kasteelmuren blijken niet
langer in staat (de invloeden van) burgers buiten de vesting te houden. Waren
het eerder de zeppelin en het vliegtuig van de enkeling die de rust in/boven
het kasteel verstoorden, nu is het de massa die de vestingwanden perforeert.
Met de komst van de telefoon (en ICT en internet enzovoort) verandert het
karakter van kasteel en kasteelleven radicaal.
Anders gezegd: in onze
maatschappij vinden al geruime tijd drastische veranderingen plaats. Een oude
wereld staat inmiddels op het punt te vergaan. In
dezelfde adem verrijst een kwalitatief nieuwe habitat en maakt haar niet te
stuiten entree.
En iedere burger, niemand
uitgezonderd – ook ambtenaar en overheidsdienaar niet, heeft de oproep tot
overstap naar nieuwe wereld ontvangen. Eric Hoffer
zei het zo:
“In times of drastic change, learners inherit the world, while the learned
remain beautifully equipped to deal with a world that no longer exists”.
En de vraag is natuurlijk…
Bent u, burger, een ‘learner’ of een ‘learned’? Bent u, ondernemer/onderneming, een ‘learner’ of een ‘learned’? Bent
u, ambtenaar en overheidsdienaar, een ‘learner’ of
een ‘learned’?
Wat zal de kasteelheer doen?
Hij heeft zoveel te verliezen…. Zijn kasteel, zijn wereld van weleer. Komt de
kasteelheer, samen met Hoffer, op het idee dat hij
allang niets meer te verliezen heeft – en alles te winnen? Of klampt hij zich
krampachtig vast aan zijn oude ‘zekerheden’; aan zijn vervallen en verbrokkelde
kasteel?
In nieuwe habitat hebben
kasteelheer en zijn medebewoners een geheel nieuw leven (bestaan) op te bouwen:
de open overheid. Het kasteel, het kasteelleven – ze bestaan niet meer. In de
verwarring ontstaan allerlei nieuwe en onwennige (tussen)vormen. De overheid
als dienstverlener. De burger als klant. Overheid 2.0. Ambtenaar 2.0.
E-overheid. Aan probeersels geen gebrek.
Toch lijkt het er ondertussen
steeds meer op dat de kasteelheer en zijn gevolg zich verder van samenleving;
bedrijfsleven en burgerij vervreemden. Burgers en bedrijven doorzeven oude
vestingwal onophoudelijk met tal van nieuwe technische mogelijkheden om open in
verbinding te komen met haar overheid. Overheid zoekt op allerlei manieren
contact met haar burgerij, maar restaureert tegelijkertijd en met eindeloos
veel energie (lees: belastinggeld) vervallen vestingwallen, afgekalfde
slotgrachten en vermolmde ophaalbruggen. Hopeloos. Goede bedoelingen; contraire
effecten. Ho-pe-loos.
Zolang oude overheid lang
vervlogen kasteelleven niet radicaal verruilt voor open overheid en kasteel
niet binnenste buiten keert, blijft wantrouwen aanwakkerende doodslucht als een
gifgas in de lucht hangen en raakt informatiemaatschappij diep gefrustreerd.
Uiteindelijk wendt ze zich van overheid af en zoekt openlijk naar nieuwe
maatschappelijk orde. Een onwenselijke ontwikkeling. Of….
Zodra overheid disfunctionele
façade laat vallen, het kasteelleven verruilt voor leven in
informatiemaatschappij en tot nieuwe, open informatiemaatschappelijke orde
besluit, raken burgers, bedrijven en overheden op gelijke voet open met elkaar
in Verbinding (Verhouding zeg ook maar; nog één: Vertrouwen!). Dat geeft een
sterke overheid, sterke bedrijven en sterke burgers. Dat klaart de lucht en
wekt onderling vertrouwen. Dat geeft informatiemaatschappij een enorme
versnelling en brengt ontwikkeling en welvaart voor ons allemaal. Dat maakt
iedereen tot kasteelheer van zijn/haar eigen kasteel: een schitterende
onderneming!
02. Je betoog wekt m.i. op
tot paradigmasprong, tot het ontdekken en vervolgens afschudden van ronduit
disfunctioneel geworden – diep ingesleten ‘kasteelheermentaliteit’. Het betoog
roept met klem op tot noodzakelijke cultuuromslag. Maar om überhaupt in
beweging te kunnen komen, moeten de hedendaagse cultuurdragers dat wel zien en
moeten zij dat wel snappen! Zij moeten er wel boodschap aan willen hebben. En
dat is uitermate lastig voor hen die stevig in het kasteelzadel zitten en er
eigenlijk ook helemaal geen behoefte aan hebben hun bruine kasteelleventje op
te geven en te verruilen voor ‘iets’ dat ze nog niet (zo goed) kennen (maar
uiteindelijk wel vele malen mooier is).
Als informatiekundig
ontwerper denk ik aan het aanleggen van informatie-infrastructuur. Dat is een,
analoog aan fysiek verkeer, enkelvoudige informatievoorziening voor een multitude aan deelnemers aan heel dynamisch en divers
informatieverkeer. Wie die verkeersdeelnemers zijn? Dat zijn burgers-als-burgers in maatschappij, burgers-als-medewerkers
in bedrijven, burgers-als-overheidsdienaren bij
overheidsinstanties enzovoort.
Dus niet zoals de overheid
dat nu doet met bijvoorbeeld OSB (OverheidsService
Bus). Zoals er ook geen aparte verkeersinfrastructuur is om ambtenaren van en
naar het werk te vervoeren… zo moet er vooral ook geen aparte infrastructuur
komen voor informatieverkeer tussen verschillende overheidsinstellingen. Dan is
de overheid bezig met handhaving en herstel van haar (lucht)kasteel. Dat loopt
spaak. Zie verder mijn blog Hoofdschakelaars
in e-society.
Dus ook niet zoals de
overheid dat nu doet met bijvoorbeeld EPD, EKD etc. De manier waarop de
overheid haar elektronische dossiers inricht, is sterk geënt op de archieven
die stammen uit de tijd dat documenten spaarzamelijk
per diligence werden getransporteerd. Ook dan is de overheid bezig met
handhaving en herstel van haar (lucht)kasteel. Dat loopt spaak. Zie verder mijn
blog Ruim
baan voor d0ss1ers!
Zo’n informatie-infrastructuur ligt er niet van vandaag op
morgen. Veel voorbereiding is nodig. Daar komt heel wat bij kijken – net als
bij verkeersinfrastructuur: Aanleg, onderhoud, regels voor ordelijk verkeer,
handhaving en sanctionering van die regels, gebruik, hulpdiensten enzovoort.
Daar moet heel breed over worden nagedacht; daar moet een breed en samenhangend
programma voor worden ontworpen alvorens met ordelijke constructie kan worden
gestart.
Dat is niet maar een klein,
maatschappelijk relevant, concreet gemaakt probleem dat vanuit de
partnerschapsgedachte met co-creatie/co-uitvoering
door overheid en maatschappelijk veld opgelost wordt. En eventueel gevonden
oplossingen volgens die aanpak zijn helemaal niet schaalbaar tot landelijk of
Europees niveau.
Maar om überhaupt in beweging
te kunnen komen, moeten de hedendaagse cultuurdragers dat wel zien en moeten
zij dat wel snappen! Zij moeten er wel boodschap aan willen hebben.
03. Het gedrag van iedere individuele burger komt voort uit betekenis die hij
individueel geeft aan signalen die hij door de tijd heen vanuit zijn omgeving
opdoet. Zo werkt dat nu eenmaal bij mensen (burgers). Voor die signalen (lees
ook: informatie) zijn individuele burgers niet langer afhankelijk van zuilen,
doel/belangengroepen, instituten, partijen enzovoort – de oude gevestigde orde zeg ook maar. Nee, vandaag de dag kan elke individuele
burger zich individueel en op onvoorstelbaar ruime en laagdrempelige wijze
voorzien van – haast letterlijk – een wereld aan signalen (lees weer:
informatie) uit de meest uiteenlopende hoeken en gaten. Ja, klopt: Internet.
En,
ja: hoe meer variërende en gevarieerde signalen, hoe groter de variëteit aan
burgergedrag, hoe groter ook de behoefte aan gevarieerd overheidsgedrag. Daarbij
moet de hele samenleving – burgers, bedrijven en overheden – natuurlijk wel
goed op elkaar afgestemd blijven! Anders stagneert doorgaande ontwikkeling tot
bloeiende informatiemaatschappij, nietwaar?
Tja,
wie – hoog opgeleide informatiewerker of niet – in zo’n
nieuwe wereld aanhoudend en uit volle borst oude liederen en leuzen vanaf de
kasteelmuur blijft zingen en scanderen, wint daarmee geen enkel burgerhart
meer. Hoe mooi, hartverscheurend, overtuigend, zuiver enzovoort hij of zij ook
zingt. Vanuit burgerperspectief is dat allemaal oud nieuws, passé,
vergane glorie en verleden tijd. Vervreemding is het woord ervoor.
De
burger is hard op weg te worden wie hij altijd al hoorde te zijn: baas van de
samenleving. En de dringende vraag en oproep van burgerij (nee, geen onderdanen) aan haar overheid (overheid?) is dan ook om te stoppen met
die slaapverwekkende smartlappen om zich (opnieuw) te
gaan weiden aan haar voortreffelijke en dienende taken waartoe zij al die tijd
al was geroepen bij monde van haar burgerij. Aan dat fundament gaan we,
inderdaad, niet tornen!
Wat
hebben burgers aan een overheid die haar burgerij niet adequaat weet te dienen?
Verlaat dat kasteel nu maar. Bedenk: wat is een kasteel eigenlijk zonder
horigen en ander leven eromheen?
Een
aanzet voor nieuwe opzet van overheid vormt bijvoorbeeld Pentas Politica
inclusief nadere
uitleg.
04. Je schrijft “… maar om als gevolg van die mening het individuele te
willen verheffen tot kernbegrip binnen onze maatschappij gaat mij veel te ver.”
Het gaat mij er niet om “het individuele” te verheffen tot een kernbegrip
binnen onze maatschappij. Helemaal niet! Waar ik wel naar toe wil is de
“fijnkorreligheid” die je noemt – naar de juiste korrelgrootte dus: de individu. Niet om het daar dan maar bij te laten; nee,
die individu is het verdwijnpunt in mijn “schilderij”! Die korrel is een
hedendaagse basismaat en die korrels kun je aaneenrijgen tot legio
(samengestelde) samenstellingen van korrels en zo door tot allerhande collectieven.
En
uitgaande van die basismaat kom je dan vwb het informatische aspect – hoe kan het anders – uit op het “persoonsinformatie is persoonlijk eigendom”. De
dynamiek van en de complexiteit van onze samenleving is nu eenmaal te groot
geworden om korrelsamenstellingen als basismaat te nemen. De meeste van die
samenstellingen zijn daarvoor te vluchtig en te veranderlijk geworden en worden
alleen maar vluchtiger en veranderlijker. Dat noemen we ook wel toenemende
dynamiek en complexiteit. Vanuit informatisch
perspectief pak je dan ook de individu als basismaat;
niet de samenstellingen en ook niet de bijzondere situaties waarin je
individuen kunt tegenkomen! Waarom? Om elke denkbare samenstelling en
verbijzondering te kunnen maken – voor zover relevant, natuurlijk. Dàt levert ons als samenleving (informatiemaatschappij) met
haar zeer gevarieerde en variërende korrelsamenstellingen met bijbehorende
belangen/behoeften de gewenste flexibiliteit!!!
Wie
dat (in)ziet, ziet dat de huidige opzet van onze overheid – lettend op het informatische aspect – uit de tijd is. Vanuit die basismaat
(individu) kun je door-combineren naar bijzondere
situaties met individuen: burger, vreemdeling, partner, huishouding,
vereniging, organisatie, volk enzovoort. Combineer dat met wat zij
individueel/gezamenlijk aan (on)gewenst gedrag
vertonen.
Wie
dat (in)ziet komt niet eens op het idee om verschillende overheidsinstantie
verschillende ‘eigen’ registers te laten (onder)houden over dezelfde individuen
– vol met onderling afwijkende
ideeën/opvattingen/waarheden over situaties waarin individuen en groepen
individuen zich bevinden/bevonden. Daar worden jij en ik helemaal niet mee
geholpen! Sterker nog dat frustreert vandaag de dag eindeloos.
Wie
dat (in)ziet zegt inderdaad dat de 3P (trias politica) maatschappij op de schop
moet. Hoe? Daarin krijgt de individu een belangrijke
rol. Daarin krijgt informatie een belangrijke rol: een aparte registermacht die
iedereen volgens het aloude (maar dan werkelijk ten uitvoer gelegde) principe
van doelbinding voorziet van actuele en enkelvoudig beschikbare informatie op
maat. Iedereen? Ja, iedereen: individuen in al hun bijzondere situaties,
bedrijven in al hun bijzondere situaties, overheidsinstanties in al hun
bijzondere situaties enzovoort. Ja, de 3P maatschappij moet op de schop.
Helemaal mee eens. Hoe dat eruit kan gaan zien? 5P (pentas politica). Waarom?
Met het oog op – in jouw termen – het bereiken van voldoende fijnkorreligheid
tot voldoende flexibiliteit.
Met
5P kunnen alle individuen in alle mogelijke samenstellingen ‘gedisintermedieerd’ zaken doen met alle andere individuen
in alle mogelijke samenstellingen. Dat levert ook meer dan ruime
interactiemogelijkheden tussen welke twee actoren afkomstig uit welke
korrelsamenstelling ook maar.
05. Hoe krijgen we het voor
elkaar dat bezoekers van dotindividual geïnteresseerd
de ‘fuik’ van dotindividual binnenzwemmen? Zover
binnenzwemmen dat ze geen fuik, maar oplossing zien en dóórzwemmen?
Hoe breng je dotindividual zo dicht bij de
comfortzone van hun eigen lijf en bestaan dat ze zich er voorzichtig en zonder
risico mee durven inlaten en identificeren?
Misschien
moet je dan wel gewoon in hun wereld (hun verscheidenheid) beginnen en van
daaruit de wegen wijzen (verbondenheid) naar de eenheid (verdwijnpunt,
paradigma) van dotindividual (is het de eenheid van dotindividual?) erachter: persoonsinformatie is persoonlijk
eigendom.
Welke verscheidenheid wordt
er in verbondenheid met dotindividual's eenheid
mogelijk….
06. Nee, ik mik niet op een
website voor gelijkgestemden, vrienden-van-het-Manifest,
forum voor actieve gemeenschap enz. Ik denk wel sterk aan een verleidelijke
website gericht op politici/beslissers/…. Bedoeld dus voor mensen die (samen)
een verschil-tot-doorbraak kunnen maken.
En dan denk ik dat je die
mensen op hun eigen niveau moet aanspreken. Die mensen zijn grote, volwassen en
geleerde mensen – ze weten al een hele hoop (eigenlijk bijna alles) en met
niemendalletjes moet je niet aankomen. Tegelijk is het zo – er was immers iets
met een paradigmawissel – dat je niet kunt volstaan met het aanbieden van, zeg
maar, ‘vast voedsel’. Dat krijgen ze niet weg; leidt tot oprispingen, afkeer, braken
enzovoort. Er moet ‘dus’ ook zoiets als ‘melk’ aangeboden worden. Alleen voor
wie wil natuurlijk. Een soort gemakkelijk skip-bare
intro (filmpje?) op de website… dacht ik. Maar iets anders is natuurlijk ook
prima.
Welk geleerd mens interesseert
zich nu eigenlijk voor het “persoonsinformatie is
persoonlijk eigendom”? Wie gaat er daarvoor nu op het puntje van zijn stoel
zitten? Eerlijk gezegd… niemand (denk ik). Vooruit: bijna niemand. Leuk idee,
hoor – zeker! Zit ook echt wel wat in, hoor. Maarre – internet enzo: iedereen
kan overal bij. Iedereen gooit z’n hele hebben en
houden op internet. Iedereen…. Tja – uiterlijk bij de
derde mijmering – volgt daar het ‘klik’ en de website is verdwenen: “Fasten your seatbelt
Dorothy; dotindividual ain’no
more”. In de wereld van verscheidenheid van de bezoeker bestaan weliswaar
aanknopingspunten (en die zijn ook noodzakelijk), maar er zijn geen weerhaakjes
te vinden waaraan zo’n boodschap (een poosje) blijft
haken.
Anders gezegd: we kunnen het
(denk ik) niet (goed) aan de bezoeker overlaten een eigen willekeurige context
te kiezen voor het “persoonsinformatie is persoonlijk
eigendom”. Die context moet klaargezet worden – we moeten de bezoeker ahw voorsorteren. Alleen voor wie dat wil natuurlijk.
Zoals bezoekers er – denk ik – naar kijken is het “persoonsinformatie is
persoonlijk eigendom” geen beginpunt (van hun redenering), maar op zijn best
een eerste eindpunt van hun ‘reis’ op de website (op weg naar dotindividual). Op dat eerste eindpunt van die reis
aangekomen, moeten ze zich bij voorkeur realiseren dat dat
eindpunt een tussenstop is en dat ze al die tijd op… dóórreis
waren. Dat eerste eindpunt is dan misschien zoiets als de overstap van melk op Olvarit-Peuter (of hoe dat ook maar heet). Is dat het
Manifest voor informatieverkeer (mooi gevonden trouwens!)? Is er nog een
tussenstap? Ik weet het (ook) niet precies.
De gevorderde bezoeker skipped de intro. Degene die meent gevorderd te zijn… ook.
In de beslotenheid van zijn eigen bezigzijn-op-internet
kan hij (als het toch wat tegenvalt) altijd nog even ‘stiekem’ de intro
bekijken… en zich de juiste context indrinken.
07. Well…, the information about gas, gas flows, gas
markets etc. will become increasingly liquid. An increasing number of players
with various and varying interests will add information to/request information
from ‘the gas market’. And they all expect high information quality, full
transparency and a great performance.
The way this information liquid-ification process is carried out in our so-called
information age will be of great influence to the further developments (or
stagnation) of gas market.
Of course the gas market is very important, but
right now there are strong developments going on (information age, information
society) that are of growing relevance to any market – even the gas market.
What about the growing importance of – say –
Information Orientation? What about the integral and integrating part of
information in a (liquid) gas market?
08. In Nederland (en ook
daarbuiten) is elke auto voorzien van een nummerbord. Dat is wettelijk
verplicht. Dat nummerbord hoort bij de auto; niet bij de gebruiker of eigenaar
ervan. Bij verkoop van de auto gaat het nummerbord met de auto mee. Op die
manier kan het nummerbord (o.a.) gebruikt worden voor snelle (maar niet
waterdichte) identificatie van de auto; niet van personen (eigenaar, gebruiker
etc.).
Natuurlijke personen en
rechtspersonen (kortweg personen) kunnen een auto (ver)kopen; niet een
nummerbord. Personen kunnen allerhande relaties aangaan met een auto. De
verkoper is ex-eigenaar. De koper is eigenaar. De huurder is gebruiker. De
schoonzoon leent de auto even. De onbekende steelt de auto. Enzovoort. Meerdere
personen in allerlei omstandigheden onderhouden gedurende het bestaan van een
bepaalde auto allerhande relaties met die auto.
Die ene auto onderhoudt
gedurende zijn bestaan een relatie met één of meer nummerborden. Het invoeren
van een auto leidt tot een nieuw nummerbord. Ook het verlies van het
kentekenbewijs leidt tot een nieuw nummerbord. En dieven, die zijn er ook,
bevestigen ‘gewoon’ een ander nummerbord aan een auto.
De vraag is nu wie zich eigenaar
mag noemen van de informatie betreffende de relatie tussen persoon en auto. Dat
is – principieel – de persoon zelf! En het is de eigenaar die – netzo principieel – bepaalt wie die informatie voor welk
doel op welke manier mag gebruiken. Wie anders?! Ja,
klopt, met het oog op het waarborgen van voldoende vertrouwen in allerlei
maatschappelijk verkeer kan die vrijheid beperkt worden. Daar is niets mis mee!
Wel is een wettelijke basis daarvoor noodzakelijk.
Ronduit onrustbarend is
echter dat de vraag naar het eigenaarschap van die informatie niet eens
(serieus) wordt gesteld! Te moeilijk, te lastig – en met behulp van CBP,
privacywetgeving en andere kalmerende middelen suffen we verder. Het is de
(toevallige) houder van uw informatie die het gebruik ervan ‘gewoon’ lijkt te
bepalen. Zo is het altijd al geweest. En waar dat mogelijk tot maatschappelijke
onrust leidt… gaat het CBP de ontwikkelingen met argusogen (?) volgen. En
eventueel wordt de privacywetgeving weer wat verder aangescherpt. Klaar is Kees.
Welterusten Nederland! We leven inmiddels
in een informatiemaatschappij zonder dat we onze visie op informatie daarop
doortastend hebben aangepast. Vanuit een oude en vertrouwde, zeg maar even,
kaartenbakmentaliteit en met, dat wel, digitale postduiven voor
informatie-uitwisseling bouwen we met de beste bedoelingen onverdroten
voort aan onze registraties en dossiers.
En het CBP? Het CBP doet haar
best; het wil dat “kentekens van mensen die niet verdacht zijn meteen moeten
worden vernietigd”. Kentekens van mensen? Een kenteken heeft een relatie met
een auto – niet met een mens! Moet het kenteken van een gestolen auto meteen
vernietigd worden als de rechtmatige eigenaar nergens van verdacht wordt?
Ondertussen blijven vragen
prangend knagen. Wie mag zich de rechtmatige eigenaar noemen van de informatie
over de relatie tussen persoon en auto? Wie bepaalt wie er met welk doel hoe
gebruik van mag maken? Hoe moeten we houderschap en gebruik regelen met het oog
op voldoende waarborgen in maatschappelijk (informatie)verkeer? Hoe dat er uit
kan zien? Voor een invulling op hoofdlijnen surft u naar: www.dotindividual.com/Manifestvoorinformatieverkeer.html.
Wie, nu in algemene zin
sprekend en vanuit informatiemaatschappelijke visie, zijn vertrekpunt neemt bij
de eigenaar van informatie (en zo door naar houderschap en gebruik) komt, ook
juridisch – want met een goed juridisch kader, zoveel eenduidiger uit dan
degenen die uit ingesleten gewoonte domweg bij de houder beginnen.
Registraties/dossiers die vanuit eigenaarschap van informatie zijn opgezet zijn
robuust en duurzaam. Uitwisseling van informatie verloopt zoveel natuurlijker.
Privacywetgeving komt eindelijk op orde. Het CBP heeft eindelijk een heldere
basis. Zowel burgers als overheidsdienaren (ook burgers) weten waar ze aan toe
zijn en wie welke informatie met welk doel op welke manier mag gebruiken. Daar
is de hele informatiemaatschappij mee gediend!
10. Stel, puur theoretisch
natuurlijk, dat het voor ons, mensen, de gewoonste zaak van de wereld zou zijn
informatie als goederen te behandelen.
Dan zou informatie zich òf hier òf daar bevinden; niet op
meerdere plaatsen tegelijk. Dan zou er van elke informatie precies één
exemplaar zijn; we zouden informatie niet kopiëren, downloaden of op welke
manier dan ook vermenigvuldigen. Wel zou het zo zijn dat we informatie voor
verschillende mensen op verschillende tijdstippen en plaatsen vanuit
verschillende invalshoeken kunnen tonen. En ook kan informatie door
verschillende mensen op verschillende tijdstippen en plaatsen vanuit
verschillende invalshoeken worden geproduceerd.
Is dat alleen maar theorie?
Nee. In onze moderne informatiemaatschappij is elke informatie – technisch
gesproken – altijd en voor iedereen gemakkelijk binnen handbereik (te brengen).
En als we dat daadwerkelijk
zouden doen… dan worden alle veranderingen in informatie enkelvoudig en op de
juiste plaatsen geregistreerd… dan put iedereen uit dezelfde authentieke
informatiebronnen… dan beschikt iedereen over dezelfde informatie. Zou dat niet
mooi zijn? Of laten we het maar liever bij wat mooie theorie?
11. Op mijn beurt: dank voor
het inkijkje! Prachtig toonzettende muziek! Aan de ‘brok’ tekst moest ik even
wennen, maar, inderdaad, zo past het wel mooi op kleine gemakkelijk
achterlaatbare kaartjes. Trouwens… ook op grote elektrische Billboards langs
snelwegen en (nog beter wellicht?) op bus/NS stations ;-).
Wat me allereerst opvalt is dat je steevast het woord ‘gegevens’ gebruikt.
Vermijd je het woord ‘informatie’ met opzet? Ik ben benieuwd naar je ‘beweeg’reden. Mijn gevoel bij gegevens is dat ze niet
zoveel nieuwswaarde (meer) hebben. We zeggen: “Maar dat
is een gegeven”. Oud nieuws dus eigenlijk. De meeste waarde is er inmiddels wel af. Informatie heeft naar mijn gevoel wel
nieuwswaarde; een hogere attentiewaarde en zet aan tot actie. Wel kan ik erin
komen dat de meeste gegevens over mij – voor mijzelf – wèl
oud nieuws zijn. Maar dat hoeft niet te gelden voor die ander.
12. Hoewel ik niet weet hoe die
richtlijn er precies uit ziet, heb ik er wel een idee over…. Geheel in lijn
met dat idee vond ik gisteren op de dotindividual een kerntekst. Hoe
eenvoudig wilt u het eigenlijk hebben?
13. En dan gelijk al weer
aanpakken door uit te pakken op Digitaal Bestuur met Grondwetsherziening.
Prachtige startblokken voor de staatscommissie – lijkt me zo!
14. Isn’t pure creativity conditioning freedom? Isn’t freedom
conditioning the conditioner? The freedom of conditioning is the conditioning
of freedom.
15. Contragram: “The core competence of an
organisation is the organisation of core competence”.
16. Het was Charles S. Peirce (1839 – 1914) die de semiotische triade ontwikkelde.
Het zijn Teken, Object en Interpretant die samen de
triade vormen; een niet reduceerbare drie-heid van
onlosmakelijk verbonden elementen. Wie één (of meer) van deze drie elementen
uit het oog verliest, verliest het geheel.
De pijp op het in het artikel
genoemde schilderij werkt als een Teken en verwijst naar een pijp (Object) in
de werkelijkheid. Niet meer; niet minder. Als er een waarnemer in de buurt is
om dat schilderij als Teken waar te nemen, ontstaat in hem/haar een Interpretant, een interpretatie, een ervaring van ‘pijp’.
En die ervaring is volstrekt afhankelijk van de eerdere ervaring(en) van
waarnemer van/met ‘pijp’.
Als we de semiotische triade
toepassen op hetgeen in het artikel wordt aangedragen,
vervangen we Teken door Woord, Object door Werkelijkheid en Interpretant
door Persoonlijke Ervaring, Persoonlijke Interpretaties.
Zo hebben we het Woord dat de
waarnemer enerzijds verwijst naar (objecten in) de Werkelijkheid en anderzijds
tot Persoonlijke Ervaring/Interpretatie komt in de persoon zelf. De Persoon
zelf Ervaart/Interpreteert de Werkelijkheid individueel via het Woord. Een
directere ervaring is voor de persoon niet mogelijk. Het is de waarneming van
het Woord dat in de persoon tot Persoonlijke Ervaring, tot Persoonlijke
Interpretaties leidt over de Werkelijkheid. Zo werkt dat bij mensen – al sinds
mensenheugenis.
Nu kun je de Woord –
Ervaring/Interpretatie relatie gaan overwaarderen: dat leidt tot verwaarlozing
van de Werkelijkheid. Of de Woord – Werkelijkheid relatie: leidend tot
verwaarlozing van het expliciet menselijke aandeel in het geheel. Of de
Werkelijkheid – Ervaring/Interpretatie relatie: de verwaarlozing van het
(intermediaire) Woord.
De kunst is nu het geheel te
(gaan) zien en sterk in het oog te blijven houden: die dynamische balans van
relaties die het geheel voortdurend voortbrengt. Wie zich focust op een deel,
merkt (op den duur) dat het geheel hem als zand tussen de vingers is
doorgelopen en staat met lege handen.
17. Wat denk je… zou er een
verband bestaan tussen het aantal contragrammen dat ‘zomaar en zonder moeite’
uit een tekst naar je toe ‘stromen’ en het ‘veranderkarakter’ van een tekst? Ik
verwacht eigenlijk in teksten van beheermanagers een lagere contragramdichtheid
aan te treffen dan in teksten van verandermanagers. En in teksten van
wereldveranderaars (‘paradigmaWisselaars’) verwacht
ik er eigenlijk een nog hogere contragramdichtheid.
En dan zou omgekeerd de contragramdichtheid van een
tekst iets zeggen over de gesteldheid van de schrijver ervan? Of slechts van de
lezer? Wat denk je?
In de vakantie las ik wat
boeken van Bommerez (kun je een rups leren vliegen,
door de bomen het bos zien), één van Wheatley
(leiderschap en de nieuwe fysica), van Capra (het
keerpunt) … Wat me opviel was de contragramdichtheid:
een oogst van zo’n drie per pagina was geen
uitzondering.
18. Ja, mooie term “contragrampotentieel”. En het lijkt me zo toe dat dat potentieel groter wordt naarmate je dichter bij een
bifurcatiepunt komt. Zou het contragram bruikbaar kunnen zijn als middel voor
het benoemen en ontspannen van allerlei angsten voor bifurcatiepunten die ‘ergens’
(niet al te bewust)door managers toch wel worden aangevoeld?
19. Hij heeft wel wat van
Henri Ford: je moet vooral zijn
Wilhelmus zingen. Ook hanteert hij – dat begint zo langzamerhand op te vallen –
de fopvatting: “Prima – ik snap wat je bedoelt, maar
die stap is veel te groot. Eerst moeten we …”, waarna hij je (opnieuw) een
eigen stap suggereert. Zijn het zoethouders? Hanteert hij de meelzak-theorie (sla er maar tegenaan; er komt altijd wat
uit)? Nou, ja, van die suggesties probeer je dan weer wat te maken, maar zo
langzamerhand krijg ik toch wat de indruk niet veel meer dan een ventweg te
berijden. Dat frustreert natuurlijk, maar het positieve is dat zo’n ventweg met enige regelmaat aanhaakt op de hoofdweg.
Blijven opletten – voor je het weet mis je zo’n
aanhaakpunt!
20. Zijn reactie begint wel
sterk… “Intuïtief voelt iedereen aan dat enkelvoudig gegevensbeheer een
efficiënte verwerking van gegevens mogelijk maakt.” Jammer is wel dat hij in
die kracht (die intuïtie) niet dóór gaat. Volgens de eerste paar regels van de website van zijn baas heeft hij
daartoe toch alle ruimte! Verder lijkt hij behoorlijk in de war gebracht te
zijn door alle (overheids)retoriek over
basisregistraties. Dat belemmert een goed zicht. Als het zo moet, kunnen we het
maar beter houden bij hoe het nu draait – lijkt hij te verzuchten.
Juli
- augustus 2009, 2009 © Jan van Til