Zeep verzoent
Jan van Til
Als één van de kenmerkende
eigenschappen van zeep telt het tweeledige karakter van zeepmoleculen. Elk
afzonderlijk zeepmolecuul heeft zowel een ‘waterminnende’ zijde als een
‘watervliedende’ zijde. De watervliedende zijde hecht zich gemakkelijk aan
vuil; de waterminnende aan water. Op die manier raken vuildeeltjes gemakkelijk
ingekapseld door de watervliedende zijde van legertjes zeepmoleculen. En dat
nieuwe geheel heeft waterminnende eigenschappen en spoelt daardoor gemakkelijk
met water weg. Een krachtig beeld: zeep als verzoener van onverzoenlijk
materiegedrag.
Van onze ICT-systemen
verwachten wij, mensen, voorspelbaar gedrag. Dat geldt trouwens voor al onze
hulpmiddelen. We moeten er, bijvoorbeeld, niet aan denken dat een boormachine
zich in onze handen omdraait en ons te lijf gaat. Nee, zo valt er niet mee
werken. En dat geldt ook voor onze ICT-systemen.
Vooraf gedefinieerde, vaste stimuli met bijbehorende – eveneens vooraf
gedefinieerde, vaste responses. Voorspelbaarheid van
hulpmiddelgedrag is cruciaal; eigen initiatief maakt een hulpmiddel op voorhand
onbetrouwbaar en daarmee onbruikbaar.
Menselijk handelen is niet
beperkt tot de stimulus/response die we in onze hulpmiddelen zo enorm
waarderen. Mensen zijn gemotiveerde wezens. Hun gedrag vloeit voort uit de
situatie van het moment. Een en dezelfde stimulus – opgevat als teken, als
informatie – leidt in verschillende situaties bij verschillende mensen tot
verschillend gedrag. Observatie van situatie, interpretatie ervan, toekenning
van betekenis en vertoon van bijpassend gedrag – het gebeurt allemaal
‘automatisch’ en op het moment zelf. Gedrag is niet vanzelfsprekend
voorspelbaar en dat maakt mensen zo uitermate boeiend.
Duidelijk kan zijn dat
technologie met de haar zo eigen voorspelbaarheid via vaste en vooraf
gedefinieerde stimuli/responses, kwalitatief
verschilt van de mens en zijn gemotiveerde gedrag. Maar is dat ook duidelijk? En, zo ja, tot welke conclusies dringt
dergelijke duidelijkheid ons dan?
Tragisch is in ieder geval
dat overweldigend aanwezige technologie de mens inmiddels
ongegeneerd uitnodigt tot reductie. Tot aanpassing van zijn specifiek
menselijke vermogens aan de beperkte stimulus/response mogelijkheden van zijn
hulpmiddelen.
En dat is helemaal niet nodig!
Want zoals zeep twee verschillende werelden met elkaar weet te verzoenen, zo
weet een nieuwe, contextuele ordening van informatie menselijk-gevarieerd-gedrag
zinvol met machinaal-vast-gedrag te verbinden. Op die
manier kunnen machines met hun beperkte – maar o zo gewaardeerde –
mogelijkheden mensen met hun veel ruimere gedragsrepertoire toch heel
gevarieerd en op maat bedienen met betekenisvolle
informatie.
Wat dat is, contextuele
ordening van informatie? Informatie hangt samen. Altijd. Door die onderlinge
samenhang nu stelselmatig te expliciteren, krijgen we voor elk afzonderlijk
brokje informatie zicht op het verband – de context – waarin dat brokje
informatie van moment tot moment (be)staat. En die
afzonderlijke, vaste, brokjes informatie laten zich op die manier – dankzij
expliciet verband – door de tijd heen eindeloos gevarieerd combineren tot
betekenisvolle informatie.
En dat is nu precies waar we
met zijn allen om zitten te springen! Betekenisvolle
informatie – anytime, anywhere en anywhy. ‘Zeep’
verzoent. En dat geeft ons, mensen, weer alle informatieruimte.
Februari
2010, 2010 © Jan van Til
Voorgaand
artikel is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.