2012.03 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit reacties op LinkedIn, Twitter, Computable,
iBestuur, Via Nova Architectura, blogs en e-mail die ik verstuurde in voornamelijk
de periode april - mei 2012. De volgorde van de fragmenten is chronologisch.
01. Ja, je kunt “hetzelfde
probleem” vanuit verschillende perspectieven bekijken. Als ik jou goed begrijp,
zie je “het begrip” en “de mensen die met elkaar willen / zouden moeten
communiceren” als twee van zulke perspectieven. Mijn idee daarover is echter
die twee perspectieven onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom moeten
ze evenwichtig – in samenhang in ogenschouw worden genomen. Waar het naar mijn
idee steeds om behoort te draaien is dat… Mensen elkaar Begrijpen. Ongeacht de
hoeveelheid (digitale) technologie die ‘ertussen zit’. Als dat lukt… is er
sprake van Human
Interoperability. Secundair daarbij is of die mensen zich in dezelfde informatieruimte bevinden of via kijk-/toonvensters met
elkaar in verbinding staan. De grote verdienste van informatieruimten (a la Van
Rees) is, wat mij betreft, dat ze de opgeblazen aandacht voor technologie
imploderen tot lijntjes tussen informatieruimten zodat aandacht zich gaat
richten op Mensen die elkaar Begrijpen; op Human Interoperability dus –
nogmaals.
En precies dat breng ik in
mijn blog (Van
rommeltje naar stelselmatig informatieverkeer) voor het voetlicht: Mensen
(partijen A, B, C, …) die elkaar Begrijpen (betekenis-van-X). Het Venn-diagram
laat zo onmiskenbaar en welhaast tastbaar reëel Menselijke Betekenisdistributie
zien. Betekenisdistributie waar IT tot op de dag van vandaag nog altijd niet
mee om weet/wenst te gaan. Van ordelijke Menselijke Betekenisdistributie maakt
IT keer op keer een rommeltje. En daarom… daarom blijft informatie-uitwisseling
misschien wel altijd een rommeltje.
02. Dank je wel voor je
vriendelijke response op Van
rommeltje naar stelselmatig informatieverkeer. Op het Venn-diagram kreeg ik
– gelukkig – al meer Positieve reacties. Menselijke Betekenisdistributie is
onmiskenbaar en wordt met dat Venn-diagram welhaast tastbaar. Je kunt er gewoon
niet meer omheen! Nu de IT nog zover krijgen dat ze a. het inzien en b. het
gaan incorporeren in de informatiesystemen.
03. Daarover zijn we het
gelukkig eens: in Van
rommeltje naar stelselmatig informatieverkeer draait het om Mensen die
elkaar Begrijpen. Punt. Daar komt vandaag de dag (veel) technologie bij kijken.
En, ja, ook mee eens, er is (stevige) wisselwerking tussen Mensen die elkaar
Begrijpen enerzijds en technologie die daarbij/voor wordt ingezet anderzijds.
Technologie dient als Hulpje
voor Mensen die elkaar Right The First Time willen Begrijpen. Daartoe moet de
bedoeling (Betekenis) van elke informatie-zender (een Mens) door technologie
ongestoord en maximaal duidelijk worden overgedragen aan elke
informatie-ontvanger (een Mens). Technologie zelf heeft niet zoveel (niets
eigenlijk) met betekenis van doen. De zender stopt zijn bedoeling via
informatie in technologie. Technologie zorgt voor overdracht ervan. De
ontvanger gebruikt technologie om uit de ontvangen informatie de bedoeling van
de zender af te leiden.
De grote vraag is: Hoe doe je
dat… hoe stop je je bedoeling van geval tot geval nu voldoende precies in
informatie – zodanig dat de ontvanger ervan maximaal wordt geholpen bij het
reconstrueren van de bedoeling van de zender. Het gaat immers nog altijd om
Mensen die elkaar Begrijpen. Kortom: Human
Interoperability. Aan de beantwoording van die vraag kom jij met
informatieruimten a la Van Rees (nog) helemaal niet toe. Vergis ik me?
Wat IT op grote schaal – en
onbewust! – doet, is de zo overduidelijk aanwezige en ordelijk samenhangende
betekenisdistributie (lees: Begripsnuances voor Mensen die elkaar willen
begrijpen) van informatie (zie Venn-diagram) los-scheuren uit die natuurlijke
samenhang en als losse autonome en absolute brokjes aan van alles en nog wat
‘vastplakken’. Aan informatieruimten bijvoorbeeld. Of aan interfaces. Of
domeinen. Of … you name it. En zo huppelt IT domweg en zonder het zich bewust
te zijn voorbij aan de van nature zo ordelijk samenhangende
betekenisdistributie zoals die bij uitstek tussen Mensen die elkaar willen
Begrijpen geldt.
Het resultaat? Vanuit het
perspectief van het ordelijk samenhangende Venn-diagram: een rommeltje! Als jij
dat “relatief” noemt… geeft dat mij de stellige indruk dat je er (onbewust?) de
voorkeur aan geeft hier en daar wat partjes van jouw gading eruit te pikken en
dat je die partjes vervolgens strikt afzonderlijk (autonoom) bekijkt, verwerkt
enzovoort in bijvoorbeeld “een goed ontwerp van de informatieruimte”. Als die
indruk klopt, lopen onze ideeën over de begrippen ‘context’ en ‘betekenis’
waarschijnlijk ver uiteen.
04. In 2007 Pieter Wisse
introduced me to the fascinating world of the contragram. Thank you very much!
Especially in times of paradigmatic change, contragrams help bridge the
irrational jump/gap by means of twists induced by the turnaround. Since then Pieter
and I created (and still create) many contragrams – most of them in Dutch. Some
English ones:
The interdependency of independencies is the independency of
interdependencies.
The honesty of faithfulness is the faithfulness of honesty
The behaviour of meaning is the meaning of behaviour
Furthermore I somehow stumbled upon Being/Having>Behaving;
Being/Coming>Becoming; Being/Longing>Belonging etc.
Intriguing! It resulted in the 2011 blogs
you found on the wwweb.
I am a (civil) information engineer – just like Pieter. Currently, I’m
promoting Information Roundabout:
the infrastructuralisation of information (oops another contragram emerges…) in
order to keep meaning of information situationally apart.
I wish you success with your “pushing out” of your books. For now I can
only be curious for your upcoming book
“The Anatomy of BeHaving”.
05. Inderdaad, met het woord
“rommeltje” (in Van
rommeltje naar stelselmatig informatieverkeer) appelleer ik doelbewust aan
een toestand waarin we eigenlijk niet (lang meer zouden moeten) willen
verkeren. Daar laat ik het in de blog-titel niet bij. Als uitweg/alternatief
stel ik “stelselmatig informatieverkeer” voor. Daarmee plaats ik “rommeltje” en
“stelselmatig informatieverkeer” in een bepaalde verhouding tot elkaar. De
titel als geheel appelleert op die manier nog eens extra om in beweging te
komen – in de richting van stelselmatig informatieverkeer. En zo vraagt de
titel eigenlijk om een besluit van de lezer: Accepteren? Verzetten? Verwerpen?
Doorvragen? Er met de rug naar toe gaan staan?
E lijkt zich toch wat te
storen aan “rommeltje”. In eerste reactie stelt hij ‘gewoon’ voor “hetzelfde
probleem” wat losser in te kaderen met zoiets als een informatieruimte
waarbinnen de bewoners zo zo’n beetje eenzelfde context delen. Daarbuiten is
dan misschien wel een soort van probleem, maar dat snappen de meesten toch echt
wel – ook al hebben ze er geen begrip voor. In tweede reactie stelt Erik dat
het “rommeltje waar je aan refereert is relatief”. Met een goed ontwerp van de
informatieruimte ben je er immers al! In derde reactie groeit zijn verzet flink
aan: “nodeloos complex”. En verder legt Witgenstein uit dat de informatieruimte
voldoende soelaas biedt.
L schrijft als reactie zelf
een blog: Rommel:
waarde(n)loos of niet? Wie “rommeltje” achter zich laat en verruilt voor
“stelselmatig informatieverkeer”, die verruilt de ene waarde voor een andere
waarde. Waarom? Omdat de waarde van het één voor hem/haar meer waarde/zin
vertegenwoordigt dan de waarde van het andere. Mijn indruk (op basis van deze
blog) is dat je, net als E, “rommeltje” (nog) sterk relativeert en de
meerwaarde van “stelselmatig informatieverkeer” (nog) niet ziet. Correct?
06. Dank je wel voor je –
bijzonder snelle – response. Ik zie mijn indrukken er royaal in bevestigd. En
dat bemoeilijkt zinvolle communicatie sterk. Jammer, want het draait altijd
weer om Mensen die elkaar Begrijpen. En als wij elkaar niet begrijpen….
Mijn vertrekpunt is vergaand
stelselmatig; het jouwe lijkt vergaand specifiek. Mij draait het om informatie-infrastructuur
(één oplossing voor een scala aan problemen); jou lijkt het te gaan om
specifieke oplossingen voor een netzo specifieke problemen. Mij draait het om
door en door situationele betekenis van informatie; jouw interesse lijkt uit te
gaan naar één of enkele specifieke situaties – elk met eigen absolute
informatiebetekenis. Ik wil informatie-samen-met-context overbrengen van A naar
B. Jij lijkt informatie-per-specifiek-probleem te willen overbrengen van A naar
B. Ik zie context als iets dat zich voortdurend (en onlosmakelijk verbonden met
informatie) ontwikkelt; jij lijkt context te zien als iets dat je vrij kunt
kiezen en ook los verkrijgbaar is.
Daar zit, denk ik, een Wereld
aan verschil (in waarden) tussen.
Het draait mij dus om Mensen
die elkaar Begrijpen. En machines moeten dat dus domweg faciliteren. Punt! En
de grote vraag is: Hoe doe je dat… hoe stop je bedoeling van geval tot geval
voldoende precies in informatie – zodanig dat de ontvanger ervan maximaal wordt
geholpen bij het reconstrueren van de bedoeling van de zender. Het gaat mij
immers nog altijd om Mensen die elkaar Begrijpen.
Mijn indruk is dat jij je om
situationele betekenis van informatie eigenlijk helemaal niet zo bekommert.
Mijn indruk is dat jij de mening bent toegedaan dat betekenis van informatie
zichzelf wel oplost in goed ontworpen informatieruimte. Maar hoe dan precies?
Ik heb werkelijk geen idee!
07. L, ik heb je
bijdrage nu driemaal gelezen. Vraagtekens! Gewoon een Tegendraadse reactie?
Gaat het om Totaal Onbegrip van mijn boodschap? Zit het nog anders? Dat zijn zo
wat vragen die serieus bij me opkomen.
Begrijp ik nu goed dat je
eigenlijk Overal wel waarde in ziet? In waarde, in economie, in stelselmatig
informatieverkeer, in rommelig informatieverkeer, in koffieautomaten, in….
Gewoon een soort Brede Waardering van Alles wat Los en Vast zit, waarbij zo’n
beetje alles je even Lief en om het Even is? Nou, ja, in ieder geval zolang “de
wetenschap nog geen pasklare oplossing heeft”?
08. Dank je wel voor je nadere
toelichting. Ik wil graag kort ingaan op twee gedeelten uit je toelichting.
1.
“Het lijkt erop alsof jij reageert vanuit het viewpoint Structuur: hoe
structureer ik het gegevenslandschap.”
Hoe
komt een Mens tot Gedrag? Door een bepaalde Betekenis te hechten aan iets wat-ie
ervaart. Dat iets komt tot die Betekenis op basis van de Context waarin dat
iets zich aan die Mens manifesteert. Andere Context? Andere Betekenis! Ander
Gedrag. Stukje Sociale Psychologie - alweer ruim 50 jaar gesneden koek.
Informatie-van-betekenis
is onlosmakelijk verbonden met context. In geval van context-loze
informatie-uitwisseling (zoals dat vandaag te doen gebruikelijk is) moet de
ontvanger geheel op eigen kracht tot betekenis komen. In geval van contextuele
informatie-uitwisseling wordt de ontvanger maximaal geholpen om tot bedoelde
betekenis en daarmee tot bedoeld gedrag te komen.
Wat
is dan contextuele informatie? Dat is informatie. Informatie die andere
informatie tot betekenis laat komen. Wat in het ene geval informatie is, maakt
in een ander geval deel uit van contextuele informatie. Informatie orden je in
een netwerk, waarbij elk knooppunt een beetje informatie bevat. Als je één van
de knooppunten aanwijst als zijnde de informatie die je interesse heeft… dan
bevatten alle daaraan gerelateerde knooppunten contextuele informatie t.o.v.
het aangewezen knooppunt.
2.
“Mijn viewpoint is Gedrag: hoe geef ik informatie door.”
Ik
zou zeggen: hoe geef ik de bedoelde Betekenis door. Ik orden informatie
contextueel met het oog op trefzekere betekenis… met het oog op zo trefzeker
mogelijk (bedoeld) gedrag. Zie verder bij punt 1.
09. Oh, help, nee, toch?
Herken ik hier een misselijkmakend patroon?
Op mijn beurt Bewonder ik jou
weer. Voor de zoveelste keer leg je ‘het allemaal’ nog eens Geduldig uit. Je
moet ‘natuurlijk’ wel. Geen reactie wordt uitgelegd als berusting/mee eens (en
werkt in je nadeel). Gedegen reactie wordt uitgelegd als “daar kunnen we weer
eens niets mee” (en werkt niet in je voordeel). Het is om je nagels bij uit te
trekken!
10. Ja, misschien heb je
inderdaad wel “een andere term nodig heb om te beschrijven wat [je] met context
bedoel[t]: voor [jou] is het een samenhangende gegevens set die betekenis heeft
in zichzelf en is aangeleverd voor een bepaald doel.” Om die reden gebruikte je
in een vorige bijdrage al het concept “mandaat” (en in deze bijdrage
“rugzakje”)? In een discussie op LinkedIn over Open Data heb ik het begrip
“bijsluiter” geopperd: Open Data kun je naar mijn idee niet zomaar beschikbaar
stellen, daar moet informatie bij om duidelijk te maken wat het is, wat de
kwaliteit is, …, en waar je het wel/niet verantwoord voor kunt gebruiken.
Dat wijkt, inderdaad, sterk
af van hoe ik context zie. In mijn denken gaat het steeds om Heldere Betekenis
van informatie tot Gedrag van Mensen. Ik zie contextuele informatie daarom als
iets dat onlosmakelijk verbonden is met informatie en dat zich bovendien
voortdurend ontwikkelt. Context Leeft en is iets dat voortdurend gebeurd. Jij
ziet context als iets dat je vrij kunt kiezen, statisch is en ook los
verkrijgbaar is: “een samenhangende gegevens set die betekenis heeft in
zichzelf”.
In je voorbeeld kom je (als
ik goed tel) tot drie elkaar deels overlappende gegevenssetjes die je apart
administreert als een soort context ter extra inkleuring van andere informatie.
Mijn voorstel zou toch zijn om tot een stelselmatige(r) ordening van die
informatie te komen waarbij betekenis helderder voor het voetlicht komt en
duplicatie verdwijnt. Zie bijgaand een eerste Ruwe
(Metapatroon-)schets als aanzet.
Ieder blokje in de schets is
een informatieknooppunt. Het geheel aan informatieknooppunten bevat de
stelselmatige/contextuele verdeling van de benodigde informatie. Voorbeeld:
Inkomen bestaat in de context van een Werkrelatie tussen een Rechtspersoon en
een Natuurlijk Persoon.
11. Binnen een bepaalde
informatieruimte maken gebruikers samen met elkaar wel uit wat iets (precies)
betekent, zeg je met zoveel woorden. Daar is betekenis van informatie nooit
(lang) een probleem. En dat is, lijkt mij, geen statisch verhaal; in de
dagelijkse omgang komen en gaan begrippen en verder veranderen betekenissen in
de loop van de tijd – ook binnen de enkele informatieruimte. Dat is wat jou
betreft ook geen probleem – de bewoners komen daar onderling wel uit.
In een wereld zonder
geautomatiseerde systemen werkt dat inderdaad zo. In zo’n wereld vragen Mensen
elkaar heel gewoon “Hoe bedoelt u?” in geval van twijfel/verwarring.
Hoe loopt dat tussen de
verschillende, in zekere zin autonome informatieruimten – die allemaal dezelfde
dynamiek laten zien zoals ik zojuist beschreef? Moet daar de “visuele
Wikipedia” dan uitkomst bieden? Hoeveel van die “visuele Wikipedia[‘s]” zijn er
naar jouw idee in het geval van de drie partijen A, B en C als opgevoerd in deze
blog? Is er één gedeelde “visuele Wikipedia” voor alle deelnemende
partijen? En bevat die dan alle ‘dialecten’? Zijner 2^3=8 “visuele
Wikipedia[‘s]”; één voor elk partje?
Hoe gaan de geautomatiseerde
systemen (de lijntjes tussen de informatieruimten) vervolgens om met
situationele dynamiek? Geautomatiseerde systemen vragen nooit “Hoe bedoelt u?”!
In deze
blog draait het om de uitwisseling van – van geval tot geval – heldere
betekenis van informatie voor mensen in onderling (en door tal van systemen
gefaciliteerd) informatieverkeer. Ik zie, net als jij, niet in hoe het idee van
informatieruimte daarbij nuttig kan zijn: “Met informatieruimten a la Van Rees
kun je geen bedoelingen in berichten stoppen.”
En de grote vraag is (nog
altijd): Hoe doe je dat… hoe draag je de bedoeling (betekenis van informatie)
van geval tot geval voldoende precies over (via geautomatiseerde systemen) –
zodanig dat ontvangers optimaal worden gefaciliteerd om tot het bedoelde gedrag
te komen. Het gaat mij immers nog altijd om Mensen die elkaar (right the first
time) Begrijpen.
12. Ik probeer waar en wanneer ik maar kan dat
Winnende Lied te zingen. “Klopt mijn indruk dat je er tòch in slaagt om steeds
meer begrip te krijgen voor die ‘oriëntatieverandering’?” Nou, laat ik het zo
zeggen: ik benut de ruimte die men geeft of braak laat liggen om dat lied te
zingen. Vaak strand ik al in de eerste regel. Soms in het eerste couplet.
Eigenlijk… eigenlijk weet ik niet eens precies hoe het laatste couplet ‘gaat’.
“Archimate [lijkt mij] niet het geschiktste
(communicatie)middel, maar daarvoor weet ik er stellig niet genoeg van …”. Daar
heb ik ook flink last van. Maar… Archimate is nieuw bij ons. Is niet ‘proven’.
Behoort niet tot de afgesproken standaards. En toch… toch ‘mag’ Archimate bij
ons…. Archimate(plaatjes) trekken dus wel wat aandacht.
Archimate ‘ziet’ drie lagen: Techniek, Applicaties
en Business. Voor de herkenbaarheid laten wij dat staan. We voegen er
Informatie en Services aan toe. Vervolgens maken we errug veel werk van die
laatste twee “lagen”. De technieklaag vullen we in met kreet-blokjes als ‘dot
Net’, SQL Server’ enzovoort. Losse blokjes; geen lijntjes. Het gaat om het
idee… De applicatielaag bevat de namen van enkele bekende applicaties – zodat
iedereen wel iets kan thuisbrengen en het ‘concreet’ wordt/blijft. Dat is
belangrijk. Van de applicaties trekken we wat lijntjes naar business cq.
processen. Maar, zoals gezegd dat is allemaal voor de herkenbaarheid. Qua
informatie – nu wordt het interessant(er) – maken we ons slechts druk om de
kern-informatie. Qua services maken we ons slechts druk om de kern-operaties op
die kern-informatie. Dat visualiseren we met lijntjes. Vanuit die services
trekken we vervolgens nog lijntjes naar een veelheid aan applicaties die
allemaal gebruik maken van die enkelvoudig neergezette kern-informatie.
Dat zetten we voor zowel de ‘domeinen’ fysiek
gastransport en administratief gastransport op één hele lange A0 (dat worden er
ws. twee die we aan elkaar plakken. Dus… het infra-deel tonen we/verhalen we
met grote nadruk… en we tonen (de link met) de applicaties waarin dan ‘de rest’
gebeurt. Een soort praktische, meer samenhangende en grootschaliger
doorvertaling van de Roadmap Services – zeg dus ook maar… Zo maken we een
oriëntatieverandering aantrekkelijk en verweken we overhaal-drempel tot
wiebelen en hopelijk door naar kantelen.
Of dat zo gaat werken? Wie zal het zeggen. Er hoeft
daar op die i-markt maar één hoogwaardigheidsbekleder te zijn die er meer dan
een halve blik op slaat, langer dan één gedachte bij stil blijft staan en/of er
wat voordeel in ziet… Met die hoogwaardigheidsbekleder kunnen we een volgende
stap ontwikkelen. Een “daadwerkelijke proefopstelling” wat mij betreft. Graag
zelfs!
13. Een aantal dagen terug
kreeg ik ‘ploeff’ een mailtje van (tegenwoordig) “John D Haynes, Professor,
University of Nizwa, Oman”: “I am about to publish my next book entitled ‘The
Anatomy of BeHaving’. I was scanning the internet to see if the title had
already been taken and I came across your blog. My goodness! Talk about the
situation Newton and Liebnitz had to face when they both almost simultaneously “invented”
(the idea of … rendered into script) Calculus … albeit in different notation,
etc.” Hij refereert aan een blog uit
maart/april 2011: An
Architecture of Be-Having. Leuk!
14. Ja, ik kan me Heel Erg
Goed voorstellen dat “potentiële dataleveranciers huiverig zijn” en “op dit
terrein [Open Data] duidelijkheid” willen. Huiverig zou ik ook zijn! Zekerheid
zou ik ook willen hebben! Want als je niet weet wie de Eigenaar is / de
Eigenaars zijn (waarom zou er maar één Eigenaar zijn?) van de diverse data in
een bepaalde Open dataset… ben je ten aanzien van Houderschap en Gebruik ervan
natuurlijk en feitelijk aan de wilde spinnen overgeleverd!
Het is immers de Eigenaar van
de Open Data die bepaalt wie er gedurende welke periode vanuit welk
motief/belang wat mee mag doen. Logisch!!!!!
Dus wie telt als Eigenaar van
bepaalde Open Data uit een bepaalde Open Dataset?
15. Long ago – just ahead of time… Well Beings Lived and Breathed
Whole-ness. Space had all the Room it could possibly dream of. Natural and
Effortless vibration between Being and Having via Be-Having/Have-Being.
Formless Form potential. Well Beings eternally Being Welled. Well Beings Yond
Limits.
When Have Dominance intruded – disturbing Universal Unity – Time emerged
and Space started to eXpand. Whole-ness starved and began to fall apart.
Well-ness became vulnerable and susceptible to Ill-ness. Having fuelled
Separation, spaced Beings and imposed its entangling Limits. Having insatiably
imprisoned Being after Being. Being after Being drained from Well Being as
their UltiMate vanishing point – making Having point-less as well. Beings began
to lose track of their Well/Origin; their Deepest Vanishing Point. The only
point that continually Wells them into and out of Well Being existence.
Beings still (without a moment’s thought) Knew about Origin, but their
newly assumed vanishing point put this Well firmly out of their immediate
reach. And, over time, Yumanity gradually de-veloped into Humanity.
After centuries of de-velopment or rarefying expansion if you like…
Human Beings in-vented to bluntly deny (i.e. boosting further separation) the
exIStence of Well. To hell with Being! Human Having now got ap-pointed as Its
Own divine Origin. Also read: mis-taken Ill-ness. And yet another – even more
en-closing (i.e. Limiting) vanishing point emerged and got adopted
en-theos-astically. Separation somehow en-gened and pointedly de-powered Human
Havings.
And today? Today some slowly start to see that we Long to Be where we
Be-Long. Some begin to Sense (i.e. to see and smell) their Hell. Some begin to
Long to Be Yond Limits again. Some start to Come into Being – to Be-Come Well
Being again. To Be-Come the Be-Have natural and effortless vibration again. To
re-turn to their Deepest Vanishing Point. Formless Form potential. BeYond Limits.
16. Neem zoiets als een auto.
Gemakkelijk worden Eigenaar, Gebruiker en Houder onderscheiden. Dat is niet
alleen gemakkelijk; dat is ook zeer gewoonlijk. Eigenaar, Gebruiker en Houder
zijn onderling afhankelijk en elk kent een eigen evenwichtig samenhangende
Plichten-en-Rechten-mix. En zo verhouden zij zich onderling en tot andere
natuurlijke- en rechtspersonen danwel natuurlijke/artificiële objecten.
Er zijn veel, heel veel
auto’s. En, ja – met elkaar is het best een heel gedoe. Maar, met het oog op
evenwichtige onderlinge verhoudingen, toch alleszins de moeite waard. Wangedrag
kan helder worden geadresseerd en aangepakt.
Met informatie zijn we, naar
nu langzaam maar zeker blijkt, ‘gewoon’ ergens in het midden begonnen. We
hebben inmiddels veel informatie. Bergen zelfs. We sturen het van hot naar
haar. Het moet (tegenwoordig) ook nog Open. Enzovoort. En als het ons over de
schoenen loopt… uit de hand loopt… er wat vervelende ongelukjes gebeuren… het
al te zeer een rommeltje wordt… enzovoort… dan popt daar opeens weer die
(rot)vraag op: “van wie is al die *&%#@$* eigenlijk?” Het liefst lopen we
nog altijd om die vraag heen (moeilijk, lastig, …). Dat lukt eigenlijk al
decennia. Met wat maskerende privacywetgeving als doekje voor de bloederigste
drama’s.
Met het oog op duurzaam
evenwichtige verhoudingen (lees vooral ook: onderling vertrouwen) is het niet
meer dan dOOdgewOOn dat ook informatiemisbruik scherp kan worden geadresseerd
en aangepakt. En dat begint bij helder belegd eigenaarschap.
Jouw vraag is: “Hoe werkt dat
in de praktijk door volgens jou?” Prompt daarop volgt je suggestie: “Ik heb het
idee dat zodra informatie op e.o.a. manier gedeeld is de vraag naar
eigenaarschap onhoudbaar en daarmee triviaal is. […]” Het lijkt er wat op alsof
je daarmee iets wil zeggen in de trant van: leuk idee hoor – eigenaarschap,
maar wat kunnen we daar in de hedendaagse praktijk nu mee?
De hedendaagse praktijk is
ons enige vertrekpunt voor concreet Handelen. Dat geldt niet voor ons Denken.
Vanuit eigenaar-perspectief geDacht is de hedendaagse informatiepraktijk op z’n
zachtst gezegd ernstig ontspoord. Hoe krijgen we de boel weer op de rails? Pas
dan kunnen we weer duurzaam verder! Een wandelaar met een steentje in z’n
schoen loopt niet dóór – geen denken aan! Nee, die stopt subiet; verwijdert het
steentje uit z’n schoen en loopt daarna weer fluitend verder. In de
informatiewereld… echter… halen we onze schouders keer op keer op en lopen we
gewoon door. Gek hè?
Als we de wereld van
informatievoorziening langzaam maar zeker gaan omzetten van houderschap-based
naar eigenaarschap-based, zal dat de nodige gevolgen hebben. Het oeverloze
kopiëren van informatie stopt (eigenaren geven geen toestemming); inkijken is
in verreweg de meeste gevallen ruimschoots voldoende. Het oeverloze inkijken in
informatie stopt: eigenaren geven immers geen toestemming. Het gebruik van
informatie wordt gerapporteerd aan de eigenaar en misbruik wordt strafbaar
gesteld. Jij loopt niet meer mee aan de informatische-leiband van Facebook
etc., maar andersom, Facebook loopt aan de leiband van de eigenaar van
informatie mee. Enzovoort, enzovoort. Vele malen evenwichtiger – lees vooral
ook: vertrouwenwekkender – dan nu het geval is. Voor verdere inspiratie kun je
o.a. terecht in dit hoofdstuk
van de recente bundel Interoperabel
Nederland (gratis verkrijgbaar bij Forum Standaardisatie): Manifest voor informatieverkeer.
Al met al best lastig om te
realiseren – helemaal mee eens! Maar dat steentje… dat steentje móet domweg uit
de schoen!
17. Waar het (mij) om draait
is dat reële verschillen in betekenis van informatie in de IT-wereld nu eindelijk
eens de Erkenning krijgen die ze al zo lang Verdienen. Anders gezegd: Hoe zorgt
de IT-wereld er nu eens eindelijk voor dat die reële menselijke
betekenisverschillen door IT systemen niet langer genegeerd/ontkend worden,
maar juist erkend en optimaal ondersteund worden – met het oog op efficiency,
geldbesparing, verkorting van time-to-market enzovoort.
18. Ja, hier gaat een goed
“stelselmatig informatiemodel” heel behulpzaam zijn! En daar moet je,
inderdaad, “hoe weinig ook, eventjes de ruimte voor krijgen”. Ik ben bezig
daarvoor een opening te vinden/maken. Maar men is nog niet happig. Voorlopig
ziet men slechts dat ‘het’ er duurder van wordt, waarbij hoogst onzeker is of
er iets bruikbaars uit komt. Inderdaad, “[d]aar is (nog) weerstand tegen”. […] Momenteel
mik ik (ondergrens) op ruimte voor zoiets als samen met enkele
vertegenwoordigers (gedurende een dag(deel)) de kracht ontdekken van een
Stelselmatige verkenning van het informatielandschap. Dit om voelbaar te maken
dat zoiets als een “(nul)punt [er]vóór […] plaatsen” Waarde/Zin heeft. Als je
nog andere tips/ideeën hebt… welkom!
19. Mooi dat de omlijning voor “deel 2 van Data en diensten op orde
met Metapatroon” zich nu laat zien. Het eminente belang van stap 0:
“Ontwerp aanzet voor stelselmatig informatiemodel”. Zo’n model fungeert als de
rode loper die de vereiste informatievariëteit laat zien en daarmee ook zinvol
weg wijst/baant richting adequate hulpmiddelen.
20. Als… veel traditionele
projecten in algemene zin een stap ‘nul’ missen… een stap die je er met de ‘InDy
Approach’ moeiteloos vóór zet… dan is het zaak die stap ‘nul’ heel concreet te
maken en bovendien herkenbare overdracht… aansluiting… te demonstreren op voor verreweg
de meesten ‘bekend terrein’.
21. D, ik reageer even kort
op jouw bijdrage
op VNA. H publiceerde eerder vandaag Unsung heroes,
eveneens op VNA. In die blog wijst hij heel fijntjes op het eminente belang van
die “roof” boven onze hoofden. Wat is naar jouw idee die nieuwe samenbindende “roof”
die uitweg biedt uit de sloppenwijken waarin we ons momenteel ophouden?
22. D, misschien mis ik het
punt dat je probeert te maken…. Je begint je response met, zeg maar even,
dak-elementen: informatievoorziening – menselijk en samenhangend. Al snel
schakel je qua oriëntatie over op de gebouwen eronder. Samenvattend stel je: “het
gaat om alle digitale ondersteuning, inclusief je mobiele telefoon en wat je op
Internet vindt.” Daarmee ga je naar mijn idee toch voorbij aan de bedoeling(en)
van H. H lijkt, zo begrijp ik hem althans, met zijn blog veel grondiger “het
gaat om” het Dak te willen benadrukken. Zo grondig dat het samenstel aan
gebouwen eronder zich zal gaan vormen en schikken naar de karakteristieken van
dat dak.
23. H, it’s a very Inspiring
blog; Unsung heroes. Thank You! For an Architect… the Roof forms the foundation of
everything it accommodates. For a Builder… the Foundation forms the
foundation of everything built on it – including the roof. The roof is only a
closure-‘thing’. How many contemporary it-architects do you consider to be – in
fact - builders?
24. De A0-plaat is voor veel marktbezoekers concreet waar het processen en
applicaties betreft. De opgevoerde informatieregisters zijn weliswaar globaal,
maar toch alleszins voorstelbaar. De benadering vanuit informatie die bovendien
apart en los(ser) van de oorspronkelijke applicatie wordt geregistreerd,
ontsloten enzovoort… die is nieuw. Maar… met zoveel vertrouwds op de plaat,
denk ik wel dat we een kans maken om het denken even een beetje in beroering te
brengen. En wie weet blijft er bij een enkeling iets wat plakkeriger hangen….
En, ja, infOrch
is natuurlijk heel herkenbaar voor degenen die het verhaal bij de platen horen.
Wat dat betreft… is er morgen ‘gewoon’ geen nieuws.
25. H, I Agree! Indeed … “all of
us” are “builders rather than architects”…. So let’s stop fooling ourselves and
the world… let’s stop using the title architect!
As long as our thinking, talking and acting first and foremost brings about
separate artefacts – that’s our so-called object orientation … we remain
builders. Whether we like/want it or not. We remain builders that wrongfully
call ourselves architects.
But when we paradigm shift our thinking – i.e. shift it from separate
objects to coherent context… there it is: the Roof … we consequently start
talking and acting relationships (by the way: that’s Room language rather than
Space language!). And then the architect starts to manifest: he/she Knows that
it’s the ever evolving relationships that make the artefacts happen.
The architect thinks, talks and acts relationships making up the
coherent whole (the context) to the people he/she works for. The architect
communicates the required artefacts – artefacts that spring forth from these
relationships – to the builder.
At a floor plan the builder looks fascinated at the lines – the artefacts to
build. The architect, however, has a natural fascination for the white spaces
springing forth from these lines – the relationships to deliver to the people
he/she works for. The architect bounds the unbounded Space into shaped living
Room.
26. Lezend in Innovatieparasiet:
pleidooi voor gastheerhygiëne
drong zich het gevoel aan mij op dat ikzelf voor die tekst ook wel een
toepassing kan verzinnen en dat ik daarvoor niet eens veel moeite hoef te doen.
Brrrr.
Hoe is het toch mogelijk dat een gastheer
zichzelf met opgeheven hoofd zo zorgeloos te grabbel wil blijven gooien….
27. Ja, situaties doen
objecten gebeuren. Gebeurde objecten doen situaties gebeuren. Dat is even de
kern die ik uit je Stelselmatige
syllogistiek met Metapatroon
omhoog ‘draai’. Twee groepen samenhangende ‘polen’ die elkaar voortdurend
constitueren en om elkaar heen dansen – in een werveling die we ook wel… leven
noemen. Een tot-en-met samenhangend levensspoor van mogelijke/noodzakelijke/werkelijke
(uitdijende) Room in Space. Goed om te zien dat de semiotische enneade er niet
van ondersteboven raakt!
28. De i-markt was al met al
een prachtig podium om nieuw gedachtegoed te kunnen verkondigen/verspreiden.
Veel belangstelling voor met name de A0-platen. A0 imponeert – zoals je Weet.
We hingen er ruim twee op (zo’n 1.6 x 2.8 m)…. In twee uur tijd kregen we een
man of 15/20 langs aan wie we ons eenvoudige en logische verhaal achter de
platen kwijt konden. Wat er verder van komt… is afwachten.
29. Ahh… Toe maar… het LAC
(opnieuw) in beeld. Ik ben benieuwd! Als ik goed ben geïnformeerd moet die
“workshop oid” vóór 21 mei de vaste(re) vorm van een concreet voorstel hebben aangenomen. Mooi thema
ook dit jaar! Vrij weergegeven: De Stelselmatige Architect.
30. Bestaat er ook zoiets als
een parodisme
op een parodisme? Kennisinstelling >> Kenniksinstelling >>
Benniksinstelling. Want daar komt zo’n instelling dan toch geheid terecht.
31.
In reactie op de VOS vraag Wat
is de toegevoegde waarde van een architect het volgende:
Volgens
Jaap van Rees is een architect
regisseur van beeldvorming [1]. Die beelden ‘zitten’ wezenlijk in hoofden van
individuele mensen. Communicatie is nodig om af te tasten hoeveel en waar de
beelden verschillen en overeenkomen – door de tijd heen. Daarvoor moet
dagelijks heel wat afgepraat worden. Onontkoombaar.
Volgens
Pieter Wisse is architectuur
primair een persoonlijke houding. Zo beoefent een persoon architectuur als
hij/zij voldoet aan het uniciteitbeginsel – dus als die (eveneens unieke)
persoon een bepaalde situatie als uniek opvat. Bij alles wat er daarna als
doelgerichte verandering-van-situatie plaatsvindt, is cruciaal dat die persoon
vasthoudt aan dat uniciteitbeginsel. Dan… dan mag zo iemand zich wat Wisse
betreft architect noemen. Hijzelf geeft overigens de voorkeur aan de term
‘ontwerper’ [2].
Volgens
Jaap van Rees zijn IT architecten techneuten [3]. Techneuten die gefascineerd kijken
naar de zwarte lijnen op de bouwtekeningen en daarbij ‘gewoon’ het woord
architectuur op de lippen nemen. Brrr. Architecten, nog steeds volgens Van
Rees, zijn echter gefascineerd door de witte vlakken op de bouwtekeningen en op
toekomstige menselijke beleving [1]. Dat zijn de, zeg maar even,
informatieruimten die zich vormen binnen en buiten die zwarte lijnen.
Vraag:
Zijn de meeste so-called architecten eigenlijk wel… architecten?
Noten:
[1] Zie de documentatie bij de “Leergang informatie-architect” van de
hand van Jaap van Rees.
[2]
Zie Architectuurcriterium
van de hand van Pieter Wisse.
[3]
Zie persoonlijke
visie Jaap van Rees op IT4Humans.
32. Alcedo Coenen blogt over the
gravity law of the digital world. In
reactie daarop:
In my mind there exists one Reality – ‘filled’ with natural/artificial
things/bodies. Every one of us – both individually and continually forms
his/her very own realizations of that one Reality by means of his/her very own
senses (information receptors). Every thing/body (including digital things) in
that Reality influences our individual realizations and our individual
realizations (meaning) influence our behavior (information actuators) with
these things/bodies. This is what happened 100, 1000, … years ago. This is what
still happens today – with lots of digital stuff around [1] [2].
So…, I really don’t believe “that we are creating a ‘digital world’ next to
our physical world.” There is one, as you call it, “physical world” – one
Reality. And “next” to that world many, many, many individual realizations
already exist and also continually develop. And, true, almost all of these
realizations nowadays are heavily permeated with digital influences –
influencing our human behavior. However please don’t make the “digital world”
your vanishing point.
The “fundamental law, that sculptures our [human] behaviour” is all about
our interpretation (production of meaning) of information coming in through our
senses… leading to human motivated behavior… behavior that leads to new/additional
information… information that can be sensed again… etc. etc. This Fundamental
Law Of Human Behavior “has such enormous influence on our way of living, that
we don’t realize it anymore.” This law, in my opinion, is the informational
analogy of “[t]he law of gravity”. Information coming in through our senses
gets situated and provided with meaning (interpretation) within us [3] and
subsequently makes us, motivated humans, behave. Definitely Not like (digital)
machines – operating at some low cybernetic/physical level…, but very much like
humans – at the human level of significs [4].
Some words on the law of logical derivation you mentioned: “In the physical
world we have the concept of ‘power’, setting things into ‘motion’.” Looking at
the informational aspect of that world… the concept of ‘power’ translates into
signals (information) coming in through our senses. The concept ‘motion’
translates into ‘behavior’ (leading to new signs… etc. etc.).
Notes:
[1] See the article Semiotic Triad.
[2] Seet the article Semiotic Ennead.
[3] See the article Situational Meaning. Situational meaning also
completely replaces your law of “semantic erosion” and “semantic distance”.
[4] See the article/presentation Human
Interoperability.
33. Yes, indeed, Trusting the Power of Letting Go… the de-Having of
former havings… dis-Creating from former creations… coming towards Being over
and over again… the Power of be-coming Being… Being fully in the Now… the Power
of Fully Accepting the Now as it Is… the Reality of the Now as your only Real
possibility to act… makes one Be-Have “with it all calmly”.
34.
Prima idee om met zoiets als een gestandaardiseerde
privacyverklaring te komen! In de bundel Interoperabel
Nederland (eind 2011 uitgebracht door Bureau Forum Standaardisatie) staat
een belangwekkende bijdrage van Pieter Wisse en Paul Jansen m.b.t. een aanzet
voor regelgeving inzake de omgang met persoonsgegevens in moderne
informatiemaatschappij: Manifest
voor Informatieverkeer. Genoemd manifest ‘regelt’ o.a. “inzicht [in] het
gebruik van persoonsgegevens”.
35. Niets! Niets “is er mis
met zwarte lijnen op witte achtergrond met zonodig wat tekst”! Dus, ja, graag
mee eens: houd het zo lang mogelijk op kleurig zwart/wit. Dat geeft de meeste
ruimte/vrijheid, leidt het minst af enzovoort.
In ons geval zijn de
(Archimate) kleuren er ‘standaard’ al en staat Geel voor Business oriëntatie en
Blauw/Groen voor Technologie oriëntatie. Voor de door ons toegevoegde (niet
standaard) informatie-laag ‘moet’ nu ook kleur worden gekozen…. Blauw staat dan
voor de oude/vertrouwde IT denk/werkwereld met entiteiten, LDM-en enzovoort
zoals we die al sinds jaar en dag kennen. Geel is dan in ieder geval onwennig
voor IT en waarschijnlijk ook voor Business. Maar… idee… misschien is wit wel
een heel mooie ‘kleur’. Wit staat wellicht prima voor neutraal terrein waar
business en IT elkaar ontmoeten…. Informatie als scharnierpunt tussen business
en IT. Business die voor het ‘draaien’ van haar processen o.a. informatie nodig
heeft. IT die de technologische hulpmiddelen levert waarmee informatie kan
worden geproduceerd. Business/IT-Alignment die zo – uitgerekend in het meest
ondergeschoven kind – te weten, informatie-van-betekenis concreet gezicht
krijgt. Dank je wel voor de tip!
36.
Hoe
krijgen we ICT-kennis in de fractie? Waarom zouden we dat (nog steeds)
willen? ICT, ICT, ICT en nog eens ICT. Hoe komt het toch dat we zo enorm
geobsedeerd zijn (geraakt) door ICT? Is het werkelijk ICT waar het (ons) om
draait… of is ICT slechts het hulpmiddel – vergelijkbaar met potloden en
gummetjes?
Naar
mijn idee zou het (ons) moeten draaien om Informatie: de i in iBestuur.
Informatie van trefzekere betekenis. Want alleen met zulke informatie kunnen we
zelfverzekerd voor de dag komen… kunnen mensen in moderne informatie-/
netwerkmaatschappij doelgericht in actie komen.
Bij
een technisch hulpmiddel hoort doodgewoon een gebruiksaanwijzing. Klaar. Daar
staan we niet al te lang bij stil. Een broodrooster? Indrukwekkend stuk
techniek, hoor. Maar hoe werken de knopjes? Ah, zo. Prima! Inderdaad: het
draait ons om de geroosterde boterhammen.
Bij
hulpmiddel ICT komen we met z’n allen maar niet toe aan datgene waar het om
draait: informatie-tot-actie. Hoe verschuiven we onze blikrichting van
hulpmiddel (techniek) naar doel (duurzaam betekenisvolle informatie tot
trefzekere actie)?
Ik
hoop dat iBestuur haar blikrichting stevig op informatie gaat richten en juist
aan het wijzigen van blikrichting een flinke impuls gaat leveren.
37. Yes, I do think that we should
ditch the current (totally obsolete) idea of privacy. And I also think that
we should come up with a brand new idea of privacy.
Our current ideas of privacy are centered around several Problems that
arose while we gradually grew into our so-called information society. We need
to come up with an idea of privacy that is centered around individual natural
persons as participants in full blown information traffic.
How about thìs leading principle: “Person Information is Personal
Property”?
Does it make sense? Does it feel natural? Information that is about me…
is mine! Of course it is! Every natural person needs to be(come) – in principle
– ‘the boss’ of his own personal information. Strong – isn’t it?!
There is – of course – more to say. Additional constitutional principles
are necessary to reach and maintain societal trust, balance etc. For additional
principles please do have a look at Person
information in the information society, a manifesto.
Recently the book Interoperabel
Nederland came out. Mainly in Dutch. The third chapter of part III is
titled Manifest
voor informatieverkeer. Please don’t
forget to have a look at appendix 2 “Grondwetherziening” (It starts with: “De
Grondwet is aan herziening toe voor Nederland als een informatiemaatschappij.
Hier volgt een concrete voorstel voor relevante artikelen”).
38. Reagerend op de LinkedIn
discussie “Halve oplossingen graag!” in de discussiegroep Rijksarchitecten
zonder Grenzen:
Stel nu eens … dat de
“ICT-wereld” vrij ouderwets is en in wezen nog werkt volgens een paradigma dat
het midden houdt tussen naïef realisme en metafysisch realisme…. Stel verder
dat die “ICT-wereld” naar haar idee hele oplossingen verkoopt in een wereld die
dat paradigma al lang en breed is ontgroeid…. Tja, dat levert een hoop gedoe
op. We zien dan inderdaad een “ICT-wereld [die erom bekend staat] dat systemen
duurder zijn dan beloofd, later klaar zijn, en dan nog vol met fouten zitten.”
De “ICT-wereld” levert m.a.w. halve oplossingen die als heel worden verkocht.
Wie heeft het al wat in de gaten?
Stel nu eens… dat de
“ICT-wereld” hopeloos is verdwaald. Dat ze gaandeweg totaal geobsedeerd is
geraakt door techniek. Dat ze daardoor ‘even’ vergeten is waar het werkelijk om
draait. Techniek is een (hulp)middel. Het doel? Informatie van Situationeel
heldere Betekenis. En dat is op haar beurt natuurlijk weer middel in handen van
legio individuele mensen die doodgewoon snel en trefzeker verder willen – van
de ene situatie naar de volgende. Hoevelen zijn niet obsessief met techniek?
Inderdaad “Binnen de overheid
[en overal!] zijn voor de informatievoorziening hele legers aan het werk”.
Vraag is even… weten ze waar ze zijn? Werken ze wel volgens een actueel
paradigma? Anders gaat het niet (heel lang meer) werken. Jammer van al dat
(belasting)geld.
In een wereld die alsmaar
sneller draait – dynamiek enzo; netwerkmaatschappij – moeten dynamische oplossingen
echt kleiner worden. Anders zijn ze nooit op tijd klaar – de wereld is dan
allang weer veranderd en geven ze antwoord op een probleem dat niet meet
bestaat. Dat houdt tegelijk ook in dat dergelijke oplossingen vluchtiger
worden, minder lang meegaan (zgn. Kleenex oplossingen).
In een wereld waarin steeds
meer mensen op steeds meer plaatsen/tijden hun eigen individuele ding doen
volgens hun eigen individuele en vluchtige ideeën… zijn steeds meer vluchtige
apps nodig om al die individuele mensen op hun individuele maat en voorkeur te
bedienen.
In zo’n wereld moet ook
informatie steeds ‘kleiner’ worden. We kunnen de wereld domweg niet bedienen
met alsmaar meer specifieke informatieverzamelingen die alsmaar meer specifieke
apps laten werken. Voor al die mensen met al hun vluchtige ideeën en al hun
vluchtige apps… moeten we echt een vaste informatiebasis verzinnen die
onafhankelijk is van al dat vluchtige mens-en-app gedoe.
Dan… kunnen we trefzeker hele
oplossingen bieden aan mensen die in elke situatie snel en trefzeker geholpen
willen worden met informatie van heldere betekenis. Op basis van een… vaste
informatiebasis waarop legio trampolines (apps) legio mensen situationeel de
gekste sprongen trefzeker laat maken. Dat zou mooi zijn…. Dat is niet complex; hoogstens
wat gecompliceerd. Wel is daarvoor die… vaste informatiebasis noodzaak.
Vluchtige constructies (halve
oplossingen) gedijen het beste op een stelselmatig (vast) ontworpen ondergrond
(hele oplossing). Makkelijker is het – vrees ik – niet. Moeilijker ook niet.
39. Traditional society
gradually Transformed (sic!) into full blown information society. This
transformation – inescapably – caused (and causes) problems. Problems that were
at first and are still Patched Up (sic!) with so-called privacy legislation.
And now… now we fundamentally
need to reconsider the Whole idea of privacy: Should
we ditch the idea of privacy? Yes, indeed, we should come up with a brand
new idea of privacy. An idea that truly fits the information society that we
currently live in.
Can we responsibly leave
information-power with those who happen to hold information – as if they own
it? Can we responsibly keep on patching up excrescences like we do now? Can we
any longer responsibly ignore information ownership? Isn’t it the owner that
should decide on holder-ship and use – as a leading principle?
40. Dank je wel, I, voor het
delen van die Belangrijke Ervaring (in reactie op #38 hierboven)! Want, ja, dàt
is de Real Power van een vaste informatiebasis! Een goed neergelegde – d.w.z.
stelselmatige – basis is a. gemakkelijk uitbreidbaar en biedt b. veel meer
flexibiliteit dat wie dan ook maar kon/kan voorzien.
Wie in alle vertrouwen
voortdurend de meest variërende en gevarieerde sprongen wil kunnen maken… móet
nu eenmaal rotsvaste grond (basis) onder de voeten hebben.
Onze hedendaagse
informatie/netwerkmaatschappij vraagt, ja schreeuwt eenvoudigweg om een ‘losheid’
die ons in staat stelt om snel en trefzeker te kunnen doen wat situationeel
nodig is. Dat lukt in informatie/netwerkmaatschappij in toenemende mate alleen
nog maar als heel vast zit wat daarvoor de basis vormt: Informatie van
situationeel heldere betekenis.
41. R, je werpt (in het kader
van de discussie “Halve oplossingen graag!”) interessante vragen/problemen op!
Vanuit welk perspectief wil je er antwoorden op? Vanuit het heersende
perspectief? Of vanuit het perspectief van “vaste informatiebasis”?
Cruciaal is, lijkt mij, dat
“[i]n zo’n wereld ook informatie steeds ‘kleiner’ [moet] worden.” Met dat
‘kleiner’ bedoel ik dat we informatie ‘kleiner’ moeten organiseren. Organiseren
tot een enkelvoudige, vaste basis; “een vaste informatiebasis […] die
onafhankelijk is van al dat vluchtige mens-en-app gedoe.”
Momenteel verzint nog vrijwel
iedereen zelf per probleem een specifieke organisatie van informatie – leidend
tot alsmaar meer specifiek gerichte informatieverzamelingen. Gevolgen blijven
niet uit. Alsmaar meer informatieduplicaten (van duplicaten van duplicaten van
…). Alsmaar meer inconsistentie. Alsmaar langer zoeken. Alsmaar meer twijfel of
gevonden informatie (voldoende) betrouwbaar is… op een adequate manier tot
stand gekomen is. Enzovoort. Met deze huidige werkwijze wordt informatie niet
‘kleiner’, maar blijft informatie per aparte verzameling star gericht
op/geschikt voor oorspronkelijke probleemsituaties… probleemsituaties die aan
veranderingen onderhevig zijn en zich al snel niet meer in oorspronkelijke vorm
aandienen. Informatie in die gerichte vorm gaat dan ook steeds minder lang mee.
Als de probleemsituatie te zeer is veranderd – toenemende dynamiek enzo – dan
beginnen we weer ‘gewoon’ overnieuw en komen er al snel weer nieuwe
informatieverzamelingen bij. Klinkt als… een vicieuze cirkel.
Die cirkel verdient het om
doorbroken te worden…. Met “een vaste informatiebasis […] die onafhankelijk is
van al dat vluchtige mens-en-app gedoe.” Bij zo’n vaste informatiebasis hoort
natuurlijk vaste, robuuste software voor trefzekere opname- en afgifte van
informatie in/uit die vaste informatiebasis. Kortom zoiets als een stel potige
poortwachters die de informatieverzoeken regelen van en naar die vaste
informatiebasis. Daar horen natuurlijk ook verkeersregels bij om het informatieverkeer
in goede banen te leiden zodat we er met z’n allen dagelijks, snel, soepel en –
dat ook – in vol vertrouwen gebruik van kunnen maken.
Kleenex oplossingen prikken
in op die vaste informatiebasis en zijn in beginsel wegwerp-oplossingen. Crux
is dat ze – in geval van zich aandienende business opportunities snel bedacht,
gebouwd, ingezet (en evt. weer weggegooid) kunnen worden. Ze gebruiken (lezen)
delen van de vaste informatiebasis. Er zijn natuurlijk ook vaste(re)
oplossingen. Die gaan langer mee, ondersteunen trager lopende/veranderende
processen, we stellen er hogere eisen aan, ze nemen wat meer
ontwerp/ontwikkeltijd en mogen (dan ook) wat meer kosten.
Nee, zo’n informatiebasis is
geen… Haarlemmer Olie. Dergelijke olie bestaat naar mijn idee (nog steeds)
niet. Waar het natuurlijk om gaat is dat zo’n vaste informatiebasis al dat
moderne en losse gedoe zoveel beter, soepeler, sneller ondersteunt dan mogelijk
is met de veelheid aan hedendaagse aparte en verschillende basis-jes die we nu
hanteren en waartussen we ons letterlijk helemaal suf interfacen….
42. Ja, I, klopt wat mij betreft; dat draagt zeker iets van een Conceptuele
Clash in zich mee (zie #40)! Daar waar ieder nu per probleem een eigen, aparte,
‘vaste’ informatiebasis ontwikkelt…, vormt de vaste informatiebasis waar ik het
over heb een infrastructurele voorziening: infrastructuur voor
informatieverkeer – zeg ook maar. In zo’n informatie-infrastructuur worden jij
en ik deelnemer aan informatieverkeer. Voordat je zo’n nieuw en kwalitatief ànder
“concept goed kunt uitleggen” aan wie dan ook maar… moet je het (naar mijn
idee) eerst zelf (be)grijpen en in behoorlijke mate doorvoeld en doorleefd
hebben. Hoe ver ben jij?
43. Menselijke maat –
een serieus issue? Mensen lijken zichzelf meer en meer kwijt te raken in
technologie… lijken zich ook steeds meer aan te passen aan de serieuze
beperkingen van technologie – overtuigd als men lijkt te zijn van toekomstige
technologische doorbraken die alle beperkingen ooit eens zullen opheffen. De (Menselijke)
Maat lijkt momenteel vooral te zijn: Verslaafd aan Technologie….
44. Ja, P, mee eens: “Halve
oplossingen graag!” is een discussie “met verschillende lagen”. Naast de
instrumentele laag zijn er naar mijn idee twee conceptuele lagen/invalshoeken.
I (door)ziet dat en spreekt daarbij (zelfs) over een “conceptuele clash”.
Inderdaad “[h]et
instrumentele heeft niet gezorgd voor een stabiele informatiebasis”. Dat
instrumentele raakt onontkoombaar voortgebracht uit een conceptuele basis. Als
die basis niet (meer) deugt/voldoet… is er een nieuw concept nodig.
Doorploeteren op basis van het oude en vertrouwde concept krijgt dan steeds
meer van doormodderen. Dat is Jammer van de energie, het (belasting)geld
enzovoort.
Dank voor de moeite die je
nam mijn site Information
Roundabout eens te bestuderen. Blij ben ik verder met je “indruk dat dit
een zeer belangwekkende discussie is”! Dat is het naar mijn idee ook. Het
lastige eraan is dat er hier twee kwalitatief verschillende concepten,
denkwerelden zeg ook maar, in het spel zijn. Daar waar naar mijn idee Geduld
nodig is om die nieuwe denkwereld eens rustig te Verkennen… rijst al zo heel
snel en onstuimig de vraag naar concrete invulling. Invulling van nieuwe,
onwennige denksporen in oude en vertrouwde denkkaders. Op die manier
verongelukt menig nieuw denkspoor….
En, R, juist omdat er twee –
kwalitatief van elkaar verschillende – conceptuele lagen/invalshoeken zijn,
vroeg ik: “Vanuit welk perspectief wil je […] antwoorden op [je vragen]? Vanuit
het heersende perspectief? Of vanuit het [nieuwe] perspectief van ‘vaste
informatiebasis’?” Omdat ik verwachtte dat je voor beantwoording volgens het
nieuwe perspectief zou kiezen, ging ik in mijn bijdrage maar alvast uit van dat
nieuwe perspectief; van die vaste informatiebasis.
Uit je response maak ik op
dat je je serieus afvraagt of we dat met die ‘vaste informatiebasis’ eigenlijk
al niet eens eerder bij de kop hebben gehad. Dat is een belangrijke vraag.
Richting I schreef ik in mijn
vorige bijdrage al over een “Conceptuele Clash”. En verder dat “de vaste
informatiebasis waar ik het over heb een infrastructurele voorziening” vormt.
In jouw response lijk je daar volledig aan voorbij te gaan. Is dat niet (wat)
merkwaardig? Hoewel je aangeeft antwoord vanuit het perspectief van die nieuwe,
vaste informatiebasis te verwachten… schilder je mij in jouw response van A tot
Z het huidige perspectief met al z’n problemen. Dat perspectief dus, waarin
doorploeteren vrijwel synoniem is geworden met doormodderen.
Kan het zijn dat je antwoord
vraagt volgens het nieuwe perspectief en dat je dat antwoord vervolgens in het
heersende perspectief wilt kunnen duiden? Dat is naar mijn overtuiging niet
mogelijk/zinvol; de perspectieven verschillen immers Kwalitatief.
Je besluit je bijdrage met
“De wereld is niet perfect maar we blijven natuurlijk zoeken :-)”. Dat is, denk
ik, vriendelijk bedoeld, maar… de klemmende vraag is natuurlijk: volgens welk
perspectief?
R en P: In een aparte
bijdrage zal ik ingaan op jullie “praktische en pragmatische” verzoek… Concreet
te worden.
45. R, dank voor je
vriendelijke aanwijzing: “Maar waar ik deze discussie eigenlijk mee begon […]”.
Als ik je discussiestarter nog eens doorlees vat ik inderdaad een bepaalde
luchtigheid. Een luchtigheid die echter wel tot een serieus slot komt:
“Afbreken van complexiteit, dat is wat ons te doen staat, en dat is een
buitengewoon complexe opgave.” Mijn idee daarbij is dat we ons vruchtbaar
hebben te richten op reële complexiteit. Dat was en is steeds mijn inzet in
deze, jouw discussie. Ik begrijp dat dat beduusdheid veroorzaakt(e). Mijn
excuses. R, het is jouw discussie; zeg maar welke kant je er (verder) wel/niet
mee op wilt!
Nee, “de bereidheid om
genoegen te nemen met imperfectie” zie ik ook nog niet of nauwelijks. Wat ik
wel onophoudelijk zie is dat we “maar […] blijven […] zoeken”.
Vooruitgangsgeloof… maakbaarheid… de overtuiging dat we er ooit wel eens uitkomen
als we maar dóórgaan met zoeken is zo diep ingesleten dat we niet eens meer op
het Idee komen dat we mogelijk met onze rug naar de oplossing staan. We lijken
wat dat betreft meer en meer op die wandelaar met een steentje in z’n schoen
die gewoon doorloopt omdat ie ervan overtuigd is dat het straks echt beter gaat
– als-tie maar dóórloopt….
Wat we inderdaad zien is dat
het “resultaat van de gangbare aanpak” niet alleen maar voortdurend tegenvalt,
maar dat die resultaten de heersende problematiek alleen maar doen toenemen. Er
komen immers steeds maar meer onsamenhangende informatiebasis-jes bij (die
later weer met interfaces aan elkaar moeten worden ge-polder-knupt). Wie de
moeite doet z’n ogen ervoor te openen… ziet dat het hier een zichzelf om zeep
helpende Warboel betreft.
Die toestand vraagt, ja
schreeuwt vandaag de dag om infrastructuralisering. D.w.z. het saneren van de
informatiehooibergen tot een (logisch!) vaste informatiebasis. We moeten, zoals
jezelf m.i. terecht aangeeft – Hulde, dus wat mij betreft!, gaan “werken vanuit
een infrastructuur[; dat] is de enige werkende methode”. Zo is het! Er zijn,
helaas, nog maar zo weinig mensen die dat (in)Zien. Informatie-infrastructuur
(vaste informatiebasis) als enkelvoudige voorziening voor een veelheid aan
deelnemers aan gevarieerd en variërend informatieverkeer.
Of dat moeilijk (te
realiseren) is? Ja, natuurlijk! Reuze moeilijk! Het betreft hier immers iets
Nieuws. Maar de vruchtbare weg vooruit is nu eenmaal zo moeilijk als die
vruchtbare weg vooruit is. Als je ziet dat de huidige weg evident doodloopt…
dat doorploeteren=doormodderen… de huidige oplossingsruimte ten naaste bij is
uitgeput… dan… ja, wat dan? Blijf je dan met je rug naar oplossing staan? Je
pensioen afwachten? Je volgende positie/carrièrestap? Nou, ik niet. Ik ga
alvast op weg naar vaste informatiebasis. Hoe? Met bijdragen aan dit soort
(semi-) openbare discussies op LinkedIn, Via Nova Architectura, iBestuur, …,
eigen websites Op die plaatsen vind ik stukje bij beetje wat meer gehoor en daar
groeit dus ooit eens wat moois uit! Door ook binnen de eigen organisatie dit
soort discussies aan te zwengelen en werkendeweg keer op keer informatie anders
dan men gewoon is (d.w.z. volgens – zoals we het hier zijn gaan noemen: vaste
informatiebasis) te modelleren. Enzovoort.
46. R, P, belofte maakt
schuld. Een eerste antwoord op de volgende vragen: “En vooral ben ik
nieuwsgierig naar concrete omgevingen waar dit in praktijk wordt gebracht en
wat de ervaringen ermee zijn” en “[K]un je me zeggen waar ik de ‘beste’
uitwerking van jouw idee kan vinden/lezen?”
Ik laat het eerst bij één
(recente) verwijzing.
Mogelijk kennen jullie de
bundel Interoperabel Nederland. Die
bundel verscheen eind 2011 en is kosteloos
verkrijgbaar bij/via Forum Standaardisatie. In die bundel schrijft Peter
Waters (Hoofd Bureau Forum Standaardisatie) het hoofdstuk VN
kiest voor Nederlandse i-pass. Wat nu van belang is, is dat in dat
hoofdstuk een aantal modellen wordt gevisualiseerd en besproken. Elk model laat
steeds een stukje vaste informatiebasis zien. Ik denk dat jullie dat hoofdstuk
heel goed mogen opvatten als een soort eerste kennismaking/voorzichtige
introductie op stelselmatig informatiemodelleren (leidend tot vaste
informatiebasis) m.b.v. Metapatroon [1]. Voor nadere informatie over
Metapatroon (in het Engels: Metapattern) verwijs ik graag naar een (kort)
artikel op mijn site Information Roundabout: Metapattern.
[1] Mogelijk iets voorbarig,
maar een Serieuze Waarschuwing wil ik jullie niet onthouden. Die waarschuwing
betreft zoiets als Plagiaat. Wellicht hebben jullie gehoord van Consortium
Essence. Dat consortium heeft een “taaldefinitie en denkwijze” (Essence)
ontwikkeld die – heel voorzichtig uitgedrukt – toch wel heel erg veel weg heeft
van Metapattern. In Zoek
de verschillen doet Information
Dynamics (de eigenaar/ontwikkelaar van Metapattern) die toch wel erg sterke
overeenkomst punt voor punt uit de doeken. Het is dan ook niet verwonderlijk
dat Information Dynamics daartegen in
Verzet komt.
47. Ja, hoe is het toch mogelijk…
zo’n bonte rij aan missers? Verstandige mensen zijn het… En toch… toch lijken
ze zoveel op vissen in een fuik… ze lijken alleen nog maar vèrder te kunnen
zwemmen…. Zien ze dan niet (net als die vissen) dat ze daarin vast/gevangen
lopen? Vertrouwen ze blindelings op een verrassing daar ergens aan het einde
van die fuik? Hebben ze een Joker bij zich?
48. Een (plm. 2000 jaar) oude
brief schildert ons m.b.t. liefde het volgende beeld: De liefde… Is Geduldig…
Is Vriendelijk… Is Niet Jaloers… Gebruikt Geen Grote Woorden… Is Niet Trots…
Kwetst niet… Is Niet Egoïstisch… Raakt Niet Beledigd… Neemt Niemand Iets
Kwalijk… Is Niet Blij met Onrecht, maar Juist met de Waarheid… Verdraagt Alles…
Blijft Altijd Geloven… Blijft Altijd Hopen… Heeft altijd Vertrouwen… Geeft
Nooit Op… Blijft Altijd Bestaan…
Waarom zoveel liefdeloosheid?
Zou het misschien zo kunnen zijn dat we (in wisselende mengvormen) ongeduldig
zijn, onvriendelijk zijn, jaloers zijn, zo maar grote woorden gebruiken,
eigenlijk altijd wel een ‘tikkeltje’ trots zijn, gemakkelijk kwetsen, grote
ego’s en lange tenen hebben, lijden aan zelfoverschatting en min(der)achting
van anderen, maar al te vaak een loopje met de waarheid nemen, zo maar
onverdraagzaam zijn, gemakkelijk vol ongeloof zitten, het ons zo maar ontbreekt
aan hoop, we bijna niemand vertrouwen, snel bij de pakken neerzitten en al
doende het leven uit onze handen laten glippen?
49. Wees gerust P: het
laatste waaraan ik zal meewerken is aan een “strijd over plagiaat” in de
LinkedIn discussiegroep Rijksarchitecten zonder Grenzen naar aanleiding van die
noot in mijn bijdrage aan de discussie over “Halve oplossingen graag!” van 18
mei 2012. Die, zeg maar even, plagiaat-noot is een zelfdragende, afgeronde en
ook kraakheldere waarschuwing. Daar hoeft hier verder niets meer aan te worden
toegevoegd.
Nota Bene: Als je ook maar
even de moeite neemt en kort kijkt naar wie er bij Consortium Essence betrokken
waren en zijn, kun je daaruit, denk ik, zelf wel afleiden of “de Rijksdienst
daar verder geen betrokkenheid in heeft” en of waarschuwing voor plagiaat
terecht is of niet. Ik zie dan ook (nog) niet in waarom die noot aan het einde
van mijn bijdrage (zie #46) verwijderd zou moeten worden.
Ik hoop oprecht je hiermee
voldoende te hebben gerustgesteld. Mocht je van mening zijn dat de bijdrage
toch… niet past, dan hoor ik dat natuurlijk graag van je.
50. P, als ik je goed
begrijp… wil je om de één of andere reden dat ik mijn bijdrage aanpas.
Die één of andere reden luidde eerst “dat het binnen RzG niet gepast is om een
mogelijke strijd over plagiaat te initiëren, als de Rijksdienst daar verder
geen betrokkenheid in heeft”. Ik meldde je al dat ik Niet de intentie heb een
“strijd over plagiaat te initiëren”. Verder zette ik je op spoor van
betrokkenheid van “de Rijksdienst”.
In tweede instantie luidt die één of andere reden: “De notie in de laatste
alinea lijkt me niet nodig.” Je verdere toelichting daarop maakt op mij de
stellige indruk dat je niet de moeite hebt genomen er even, kort, in te duiken:
“[…] of dat artikel origineel is of plagiaat”? Artikel? Draait de noot in mijn
bijdrage om een artikel?
Kortom: het motief achter je
request for compliance wordt mij (nog) niet duidelijk. Bij mij leeft inmiddels
wel de indruk dat jou dat motief ook niet duidelijk is. Ik zie dan ook (nog)
niet in waarom die noot aan het einde van mijn bijdrage verwijderd zou moeten
worden. Nogmaals: ik hoop oprecht je hiermee voldoende te hebben gerustgesteld.
Mocht je echter van mening zijn gebleven dat die bijdrage nog altijd niet past,
dan hoor ik dat natuurlijk (weer) graag van je.
51. Wat was eigenlijk de ruggengraat
van de organisatie toen er nog geen ICT was? Als we destijds die vraag zouden
hebben gesteld… hoe zou dan het antwoord hebben geluid? Zouden we als antwoord “pen,
gummetje en papier” hebben gegeven. Dat waren ‘vroeger’ toch de middelen bij
uitstek ter facilitering van informatievoorziening, nietwaar?
Hoe kunnen dit soort
artefacten – hulpmiddelen zeg ook maar gewoon… nu “de ruggegraat van de
organisatie” vormen?
In moderne
informatiemaatschappij vormt informatie (snel, soepel en van kraakheldere
betekenis) een cruciale/onmisbare grondstof voor het nemen van
(business-)beslissingen. Maar daarmee krijgen de daarop betrekking hebbende
hulpmiddelen nog geen ruggengraat-status!
52. Just
wondering: Is there really, really any – Essential – difference between FD
and BPM?
Isn’t Western culture literally Possessed with Having, Having and again
Having? Having silos, for instance? Isn’t it true that Western culture (almost)
completely lost sight of / touch with balancing Being and Having resulting in
balanced (vibrating) Be-Have-iour? [1]
Don’t we hasten to concentrate on business on the one hand and
technology on the other hand? In doing so… doesn’t this collective groupthink
make that we ‘simply’ overlook the crucial hinge-point that – in
one-and-the-same coherent ‘move’ – connects as well as separates the ‘leafs’
business and technology? [2] Couldn’t it be this hinge-point that productively
can dissolve silos?
[1] On
Human-Havings, An
Architecture of Be-Having, On
Being Alive
[2] The
Core of Information-Oriented Architecture
53. P, voor dit moment maak ik de volgende
aantekeningen:
1. Ik constateer dat jij mijn bijdrage van 18 mei 2012 aan de LinkedIn
discussie “Halve oplossingen graag!” in de LinkedIn discussiegroep
“Rijksarchitecten zonder grenzen” op woensdag 23 mei 2012 hebt verwijderd.
2. Verder constateer ik op basis van jouw LinkedIn profiel
(door mij geraadpleegd op vrijdag 25 mei 2012) dat jij die
censureer/verwijder-operatie (zie voorgaand punt) hebt uitgevoerd in je
hoedanigheid als Moderator van de LinkedIn discussiegroep “Rijksarchitecten
zonder grenzen” en dat jij die moderatortaak uitvoert in het kader van jouw
werkrelatie met X.
3. Op jouw verzoek om bedoelde bijdrage zelf te verwijderen
ging ik categorisch niet in. Jouw argumenten voor verwijdering waren voor mij
onvoldoende steekhoudend.
4. Ik stel vast dat de censuur die door X/jou is toegepast
(zie punt 1.) zonder mijn toestemming heeft plaatsgevonden.
54. Over dossiers schreef ik
(feb. 2009) de column Ruim
baan voor d0ss1ers! Ons denken zit, vrees ik, nog altijd (muur)vast in
dossiers. Dat schiet, jammergenoeg, nog altijd niet echt op. Overstappen – in
denken en doen – op d0ss1ers is naar mijn idee een belangrijke voorwaarde.
(Ook) m.b.t. ketens schreef
ik in april 2009 de column Hoofdschakelaars
in e-society. Daar waar we schoorvoetend ketens serieuzer beginnen te nemen…
is het zo langzamerhand echt beter om heus netwerk maar snel te gaan ontketenen….
En dan de combinatie:
ketendossiers. Tja, lastig hoor!
Bij elke keten zie je,
inderdaad, een eigen aanpak. Eigenlijk denk ik dat dat nog vriendelijk is
uitgedrukt. Veel reëler is het, lijkt mij, te stellen dat iedere… Schakel nog
altijd vergaand haar eigen aanpak hanteert.
Iedere schakel ziet zichzelf
eerst en vooral als verkeersRegelaar. En zolang schakels zich niet
kunnen/wensen te zien als (één van de vele) deelnemer(s) aan informatieverkeer
[1]… zolang schakelt zo’n schakel zichzelf keer op keer weer af van de keten.
Zie ook De
klacht van de Keten.
Over die “cross
ketenbenadering” (laat integraal maar even weg)… die netwerkbenadering – bedoel
je denk ik… tja, Goed Idee – zou ik zeggen, maarre… dat is, denk ik, wel erg
veel stappen voor de muziek (muziek?) uit.
55. E, ik weet niet of een
scharnierblad automatisch eigendom wordt van datgene waarmee het is verbonden….
Kern is (wat mij betreft) de bewegingsvrijheid die de bladen elkaar onderling
laten – dankzij die pen; dat “kardinale draaipunt”. Zie het artikel Kardinaal
Punt in Business/IT-Alignment.
Dat “kardinale draaipunt”
verbindt enerzijds de losse scharnierbladen en laat anderzijds onderscheid
tussen de verbonden bladen scherp bestaan. Zo wordt/blijft helder hoe beide
bladen (Business en Techniek) zich optimaal tot elkaar verhouden.
Maar, inderdaad, zònder (een
al te bewust) oog voor de pen; dat “kardinale draaipunt”… lijkt zo’n ding toch
een raar, een vreemd rekwisiet – als het daar zo opeens, in de schijnwerpers en
helemaal vooraan, op het toneel wordt neergezet. Dat valt op. Eigenlijk moeten
we er wat mee…. Toch? Maar wat?
Ik ben het er niet mee eens,
maar ik denk dat ik je begrijp als je zegt dat je “dan niet zozeer [praat] over
alignment an sich, maar je hiermee [laat] zien waar precies het alignment
‘pijnpunt’ zit.” Enerzijds (h)erkennen we het (bestaansrecht, de essentie, van
het) “kardinale draaipunt” nog niet of nauwelijks. In jouw woorden: “je [praat]
dan niet zozeer over alignment an sich”. En als we dan ‘hoepla’ op dat
“kardinale draaipunt” gewezen worden – zoals in dit artikel… komen we tot de
(voorlopige) conclusie dat daar – opnieuw in jouw woorden “precies het
alignment ‘pijnpunt’ zit.”
Naar mijn idee laat ik dus èn
zien waar alignment haar vaste plaats heeft… èn ook zien “waar precies het
alignment ‘pijnpunt’ zit.”
Reuze aantrekkelijk is
natuurlijk dat zowel Business als Techniek met zo’n draaipunt zo onafhankelijk
mogelijk van elkaar hun eigen individuele ding kunnen gaan/blijven doen. Zou
het niet fantastisch zijn wanneer stelselmatige organisatie van informatie –
via zo’n draaipunt – onafhankelijk raakt van de manier hoe Business haar
processen/activiteiten door de tijd heen vorm wenst te geven? Dat zou de
time-to-market van technische oplossingen enorm gunstig beïnvloeden…. Lees evt.
nog eens het gestelde bij Ad. 2 in het artikel.
Wie z’n informatie
stelselmatig organiseert tot actformatie, creëert zichzelf daarmee (kort door
de bocht) zo’n draaipunt. “Met actformatie realiseren we ons dat zo felbegeerde
Alignment. Alignment dat zo vast – en los – is als in tijd en ruimte voor alle
betrokkenen nodig is (agile).”
Business zit
vandaag de dag meer en meer te Springen om actformatie! Soepel en snel.
Draaipunt
specificeert de wisselende actformatiebehoeften en organiseert de eraan ten grondslag
liggende vaste informatieverzamelingen. Zo’n Draaipunt-functie is… (zie evt.
Ad. 2. en 3. in het artikel)… dus… gewoon… Nieuw!! In mijn artikel leg ik um
‘alleen maar’ expliciet op het toneel.
Techniek
levert de services etc. die ‘losse’ actformatie combineert en presenteert uit
de ‘vaste’ informatieverzamelingen.
56. E, slechts één van de
vele aspecten van informatie is eigenaarschap. In mijn vorige antwoord liet ik
jouw al eerder gestelde vraag daarom maar even voor wat-ie-was. Andere aspecten
leken mij (maar wie ben ik) eerst van groter belang.
Eigenaarschap van informatie
ligt met onze hedendaagse organisatie van informatie – met gevoel voor
understatement… nogal moeilijk. Discussies erover komen bij tijd en wijle
krijgshaftig op… en dwarrelen vervolgens onverrichterzake weer even wezenloos
neer. Dat heeft naar mijn idee, ik noemde het al even, veel te maken met onze
huidige manier van organiseren van informatie: die is door en door
probleemgericht. Pak een tot-en-met genormaliseerde tabel T met K kolommen en
met een beetje ‘pech’ werpen zich eveneens K personen op als eigenaar. Neem
daarbij nog eens de ingeslopen praktijk dat vele informatie-houders zich ‘gewoon’
gedragen als informatie-eigenaar…. Zeker – eigenaarschap van informatie acht ik
een belangrijk onderwerp! Naar mijn idee los je (ook) dat vraagstuk (dus ‘gewoon’)
op met een stelselmatige organisatie van informatie. Maar eigenaarschap als
ingang tot verdere beeldvorming over de Business/IT-Alignment
materie acht ik (nog) niet bijzonder vruchtbaar.
Actformatie is een tot-en-met
infrastructurele voorziening. Wie gaat er over onze infrastructuur voor fysiek
verkeer (water, weg, lucht)? Waarmee wordt dat stelsel zoals tot-en-met
ondersteund? Zowel materieel als ook immaterieel!?! Hebben ze jou gevraagd naar
je mening/ideeën over de inrichting ervan? Welnee! Die infrastructuur is –
uitgerekend – tot stand gekomen… Zonder rekening te houden met individuele
wensen van wie dan ook maar! Het gevolg? Dag in dag uit trekken hele legers
voertuigen kriskras door het land (en daarbuiten) – elke dag weer een andere
bestemming, weer een ander doel. Infrastructuur aligned dus eigenlijk helemaal
niet! Met niemand niet! En juist daarom kan alignment met kan-niet-schelen wie,
tot kan-niet-schelen welk doel zo soepel volgen. Dat noemen we ‘agile’.
Wie gaat er over de pen?
Hoeveel pennen zijn er eigenlijk? Stel dat jij in je aller-eigenste organisatie
een eerste pen(netje) zou willen positioneren? Dan ga jij (wellicht) over die
pen. Wat hebben vele functionarissen – mogelijk volgens zo heel verschillende
invalshoeken – nodig aan in wezen dezelfde (basis)informatie? Hoe modelleer je
dat? Hoe combineer je die informatie vanuit die pin tot actformatie?
57. P, dank je wel voor je
uitgebreide antwoord; dat maakt dan nog maar eens extra duidelijk waarover wij
het oneens zijn.
58. H, ik Google-de even op
scharnier… wat mij plezierig verraste was de wer-ke-lijk e-nor-me ver-schei-den-heid
aan scharnieren die je als het ware van het beeldscherm af tegemoet ‘stromen’.
Het simpele huis-tuin-en-keuken scharnier heeft dan maar zo heel gewoontjes
twee bladen en slechts één scharnierpen. Een, zeg maar even, kogelscharnier met
“pit” is natuurlijk ook prima. Kern (pit) blijft dat de pen/pit de ‘aangesloten’
bladen vrij laat tot de bedoelde bewegingen. En als je nog verder wilt… die pit
kun je wat mij betreft gerust ook nog weer verkleinen tot zoiets als een
verdwijnpunt. Het is trouwens goed om in gedachten te houden dat scharnier hier
slechts als metafoor telt – metaforen moet je nooit over-spannen: dan bezwijken
ze.
Business wenst actformatie. Techniek stelt die
actformatie soepel samen uit informatie uit de pit (Draaipunt).
Dat toekomstbeeld… wijkt af
van onze huidige praktijk. Momenteel kennen we zo’n pit als bedoeld in Kardinaal
Punt in Business/IT-Alignment niet. Momenteel kennen we eigenlijk netzo
veel pitten als er applicaties zijn… waarbij veel van die pitten grote, grote
overeenkomsten (duplicaten) vertonen. Techniek let daarbij niet of
nauwelijks op de pitten, maar vrijwel uitsluitend op… Techniek (die
alsmaar geavanceerder wordt). Business moet uit al die (steeds vaker
duplicaat) informatie zelf haar actformatie bijeensprokkelen. En daar waar Techniek
de Business helpt (via interfaces), leidt dat ‘automatisch’ maar zo tot
allerhande vervelende inconsistenties. Alignment blijft op zo'n manier buiten
bereik. Het wordt, denk ik, tijd dat (veel van) die losse pitten bijeengenomen
worden om uit te draaien op… Draaipunt.
En vanuit zo'n draaipunt/pit/…
kunnen dan via applicatieve hulpmiddelen Google, Excel, … steeds weer nieuwe
combinaties worden gemaakt tot steeds weer andere actformatie – al naar gelang
de specifieke businesssituatie er om vraagt. Agile heet dat tegenwoordig ook
wel.
Of dat allemaal in één laag ‘zit’
of in twee… Of in de aanloopfase/doorzetfase naar die ene pit zich één of
meerdere lagen manifesteren… ik weet het niet. Wat cruciaal is, is de
realisatie dat we met z’n allen veel te veel pitten hebben en dat we naar één
pit toe moeten – willen we onze business snel, soepel kunnen bedienen met
voorzieningen voor de productie van actformatie.
59. Ja, dankzij rustige
bestudering van In de hoop op
informatiekundig beroepsperspectief: ontwerpers van infrastructuur voor
informatieverkeer zoeken democratische opdrachtgevers kreeg ik scherper zicht op “hoezeer escalerende gekte
heerst resp. rationeel verklaren wat de averechtse resultaten zijn.” Waar zit
nog een sprankje hoop, een hopening, in “een alsmaar zieker systeem”? Het
wemelt van de vriendelijke en uiterst voorkomende verkeersregelaars die een
kaderverruimend gesprek al heel snel invoelen als een morrelen aan hun
verkeersregelaarschap.
April
- mei 2012, 2012 © Jan van Til