Architecten en Aannemers

Architecten en Aannemers

 

Jan van Til

 

 

Als ik voor mezelf een bungalow wil laten ontwerpen door een architect… dan ben ik niet zozeer geïnteresseerd in een bouwwerk (want dan kan ik beter direct naar een aannemer stappen), maar in een – zeg maar – Experience (die ik als bungalow benoem) waarmee ik mijn being there (in en om en met die bungalow) naar hartelust en tot volle tevredenheid kan verwerkelijken. En díe bungalow geeft mij dat gevoel door de tijd heen en in een waaier aan heel diverse situaties waarin ik mij samen met die bungalow zal gaan bevinden. Op die manier – met hulp van een vakbekwame architect – wordt zo’n bungalow míjn bungalow en van a tot z een treffende weerspiegeling van… mijn eigen zelf. Zo begrijp ik Daan [Rijsenbrij] als hij spreekt over “een uitdagende beleving”.

En de architect? De architect staat voor de opgave – dat is zijn vak – zichzelf een sluitend beeld te vormen van wat ik mij zoal in mijn hoofd heb gehaald over mijn bungalow-to-be. Tegelijkertijd – ook dat is zijn vak – dient de architect zichzelf, als regisseur van het hele proces, voortdurend beelden te vormen van dat beeldvormingsproces zèlf. Dat is nodig omdat de beelden in mijn hoofd en in zijn hoofd gedurende dat beeldvormingsproces aan allerlei veranderingen onderhevig zullen zijn. Bedoelde uitkomst van dit beeldvormingsproces-als-geheel is een gemeenschappelijk beeld van de architect en ikzelf over mijn toekomstige bungalow. En dat gemeenschappelijke beeld is van a tot z een weerspiegeling van… het zelf van de architect en van mijn eigen zelf.
En van dat gemeenschappelijke-beeld-in-ontwikkeling maakt de architect allerlei visualisaties – waar nodig inclusief één of meerdere maquettes om ons beperkte voorstellingsvermogen verder te hulp te schieten. Daarnaast maakt de architect mede ten behoeve van de constructiefase een bestek plus bouw/constructietekeningen. Zo begrijp ik Daan [Rijsenbrij] als hij spreekt over “De architect is primair de regisseur van het beeldvormingsproces”.

Pas tijdens en na de aanbesteding begint het beeldvormingsproces ook bij de constructeur (aannemer) op gang te komen. Belangrijk hulpmiddel daarbij vormen bestek en tekeningen. En de architect zorgt er (samen met de constructeur) voor – alweer: dat is zijn vak – dat ik die ene bungalow krijg opgeleverd waarin ik mijn Experience kan gaan verwerkelijken.

Veel (de meeste?) digitale Architecten – een verschrikkelijk label: het eerste woord berooft het tweede van haar bezieling (ook als je weet hoe Daan het heeft bedoeld) – houden zichzelf en elkaar echter gevangen in een wereld waarin met name constructie (en functie) de scepter zwaait. En in die wereld begint beeldvorming – dat kan ook niet anders – op constructieniveau. En zolang zij die wereld zien als een prachtige plek met meer dan voldoende ruimte… en níet als een gevangenis met forse bewegingsbeperkingen, zullen ze die wereld niet verruimen tot een wereld waarin ook zoiets als “een uitdagende beleving” tot aanzijn kan komen of een zin als “De architect is primair de regisseur van het beeldvormingsproces” zinvol tot betekenis komt . Waarom niet? Omdat zij zich zo’n wereld eenvoudigweg nog nooit hebben gerealiseerd. En het bijbehorende gedrag ook niet.
De digitale architect die van zijn klant hoort dat de aarde rond is, komt vanuit de eigen vertrouwde wereldbeschouwing geen stap verder dan de voor hem bekende ‘pannenkoek’. En dat heeft niet zozeer te maken met “Ze kunnen het alleen wat moeilijk uitdrukken” of “[het] niet [hebben] geleerd om wat abstracter te formuleren”, nee daar zit een veel grotere wereld van verschil achter. De wereld(beschouwing) van de digitale architect en die van de klant vertonen eenvoudigweg zo weinig overlap dat gemeenschappelijke aangrijpingspunten te zeer ontbreken. En dat manifesteert zich – kort door de bocht – over en weer in veel en vaak gehoorde uitspraken als “de klant weet niet wat hij wil” en “outsourcen maar, het wordt toch nooit wat”. Daar waar dergelijke uitspraken zich langzaam maar zeker als overtuigingen vestigen, ontstaat… een impasse. En via impasse ontstaat ruimte. Ruimte voor – bijvoorbeeld – ontwikkeling tot een ruimere zienswijze.

Vanuit zo’n ruimere zienswijze leidt een klantwens als “ik wil een warme keuken die aanvoelt als een Rolls Royce” tot eerste architectuurplaatjes als bijvoorbeeld "een bordeaux rode, zacht glanzende Rolls Royce met veel chroom, zachtjes deinend op het achterdek van een zeewaardig jacht dat direct onder de kust vaart bij zonnig weer en een lichtbewolkte hemel". Nee, dat is geen ‘voer’ voor de constructeur. Maar die is ook nog (lang) niet aan de beurt. De architect – als regisseur van het beeldvormingsproces – werkt de beelden samen met de opdrachtgever verder uit en komt uiteindelijk tot bestek en tekeningen waar de constructeur ook weg mee weet. En als de constructeur klaar is, wacht de klant “een uitdagende beleving”.

 

 

 

Juni 2007, 2007 © Jan van Til

 

Voorgaande tekst is geplaatst op www.via-nova-architectura.org (onder Forum, de Architect, Is dit het werk van de Architect?).