2007.03 Aantekeningen
Jan van Til
Onderstaande
tekstfragmenten zijn hoofdzakelijk afkomstig uit e-mail die ik verstuurde in de
periode juni en juli 2007. De volgorde van de fragmenten is chronologisch.
01. Proficiat met ‘Civiele
informatiekunde vergelijkenderwijs’! Te vinden op: http://primavera.fee.uva.nl/PDFdocs/2007-10.pdf.
Een waardevolle bijdrage die - tegen de achtergrond van een dicipline-met-traditie
- civiele informatiekunde (en informatiekunde) rustig en kalm presenteert. En
voor mijzelf: een aantal zaken wordt weer op net een wat andere manier
voor het voetlicht gebracht en komen daardoor (anders) binnen. Zoals bijvoorbeeld: ‘De grenzen van persoonlijk tot en met
nationaal territorium raken in hoog tempo verder doordringbaar’. Ja,
natuurlijk! Alleen had ik het - gek genoeg - nog nooit vanuit de persoon
bekeken….
02. Ik heb de ICT Strateeg
voorgesteld om tijdens de Kennissessie een (korte) presentatie te houden waarin
hij een kader aangeeft waarbinnen zoiets als informatie-infrastructuur naar
zijn idee haar plaats heeft. Hij is lovend over ‘An Integrative Perspective
on Information Management’
(zie http://primavera.fee.uva.nl/PDFdocs/2007-09.pdf)
van Rik Maes en positioneert
informatie-infrastructuur alvast in het centrum-blokje
van de 3x3 matrix (figuur 2).
Na zijn presentatie ga ik
zelf door op informatie-infrastructuur en hoe dat bij Gasunie dan wat concreter
vorm zou kunnen krijgen. Eigenlijk dus een soort van combinatie van mijn eerdere
presentaties over informatie-infrastructuur, iDNA en informatierotonde.
03. Je hebt vast al even ge-Google-d met ‘CO2 rotonde’ en via de link
www.co2-cato.nl/doc.php?lid=326 gevonden: een presentatie van Ulco Vermeulen (van Gasunie) op het ‘Schoon fossiel’ Congres.
Dank je wel voor je verwijzing - ik kende de kreet ‘CO2 rotonde’ nog niet; leuk
om op de Kennissessie even naar te verwijzen.
04. De deelnemers vonden het
allemaal een ‘erg goed stuk’ (informatie-infrastructuur). Een stuk ‘waar je het
eigenlijk onmogelijk mee oneens kunt zijn’ zelfs. Ontroerend - niet? Wel wat
erg abstract - ja, dat wel. Maar ja ‘er staat niet in hoe je dat realiseert,
dus, eh, wat moeten we
er mee?’… De deelnemers verwachtten op een presenteerblaadje kant en klare
oplossingen aangereikt te krijgen waar ze ja of nee tegen konden zeggen.
Prima idee, hoor - maar wat
gaan we nu doen? De idee dat ze daar - vanuit gevoelde verantwoordelijkheid -
zelf een bijdrage aan zouden moeten willen en kunnen leveren… lijkt hier opeens
domweg een brug (of wat) te ver. Verlangend kijkt men je aan en daagt je uit om
dat presenteerblaadje - inclusief garnering - per onmiddellijk te leveren.
Maar, ja: ‘de winst voor een geïsoleerd belang is met de aanleg van
infrastructuur inderdaad nooit direct duidelijk’ zo las ik eens in één van jouw
bijdragen.
05. Het tentoongespreide gedrag-met-kastanjes levert mij Nieuwe Inzichten in
onderlinge (machts)posities….
06. Zelf denk ik dat het
presenteerblaadje dat jij voorstelt toch ook nog wel een stukje te abstract
is. Ik doelde eigenlijk meer op zo’n
presenteerblaadje dat op feestjes rondgaat: met van die hapklare brokjes erop. Wat
men zich echter niet realiseert (wil realiseren) is
dat men zich daarvoor toch echt eerst in het
feestgedruis moet begeven. Want anders zijn en blijven
zelfs hapklare brokjes - hoe welriekend en appetijtelijk ogend ook -
onbereikbaar. Een ingewikkelde route met een moeilijke tussenstap. Ik moet
denken aan een spiraalvormig hekwerk. In het centrum van de spiraal een
hongerige hond/kat. Buiten de spiraal het felbegeerde eten. Zo’n
beest komt daar letterlijk en figuurlijk niet uit omdat het de blik bij elke
rondgang door de spiraal even van het voedsel af moet wenden. Voor een
chimpansee is zoiets ‘natuurlijk’ geen probleem. Voor mensen….
07. Gisteren ontmoette ik -
kort - een manager van het Energy Delta Institute. Toen
ik de gasrotonde/informatierotonde ter sprake bracht, - echt waar: ik noemde
niet veel meer dat die twee (tover?)woordjes - onderbrak hij mij met een
twinkeling in zijn ogen: ‘Wat een idee! Wie de informatierotonde heeft, heeft
de gasrotonde’. Hij begreep…. Begreep zonder noemenswaardige uitleg. Mooi
moment.
08. Computable
kopte: ‘Minder ict-studenten door falende middelbare
school’ (www.computable.nl/nieuws.jsp?rubriek=1519559&id=2023092).
Is dat zo? Hebben ouders, decanen
enzovoort vaak een achterhaald beeld van informatica? De kranten staan vol over
dat mooie vak informatica: Defensie, P-direct,
Belastingdienst, …. Met zoiets wil je toch niet samen
gezien worden? Wie wil er zich nu met zoiets sufs identificeren? Nee….
Is het niet r-o-n-d-u-i-t oppervlakkig middelbare
scholen als zondebok te doodverven? Zelf ga ik ervan uit dat de hedendaagse
maatschappij daarvoor nu net even wat te ingewikkeld is geworden. Veel zinniger
zou het mijns inziens zijn de hand eens in eigen boezem te steken en de vraag
te stellen of informatica zelf niet aan een grondige heroverweging toe is.
Wat is informatica vandaag de dag eigenlijk precies? Weet iemand dat? De
hedendaagse samenleving is door informatica sterk veranderd en nog steeds aan
grote veranderingen onderhevig. Waarom, waarom - voorgaande nu toepassend op
informatica zelf… - waarom zou informatica niet zelf ook sterk moeten meegaan
met de veranderingen die ze zelf teweegbrengt? Past informatica eigenlijk (nog)
wel in de wereld die ze zelf heeft helpen creëren? Het slechte imago van informatica-in-het-algemeen zou juist vanuit dit
gezichtspunt wel eens tot veel diepgaandere verklaringen kunnen leiden.
09. Zowel opdrachtgever als
architect houden natuurlijk elk het eigen individuele
hoofd bij het beeldvormingsproces dat ze samen apart doormaken. Tijdens dat
beeldvormingsproces komt een onderlinge relatie tot ontwikkeling... Een twee-één-heid: één onderlinge relatie en tegelijk ook a@b
en b@a. De gemeenschappelijkheid van apartheid is de apartheid van
gemeenschappelijkheid. Ik geloof dat er - naast de twee-heid
van a@b en b@a - ook de éénheid (extra ruimte? of
de andere kant van dezelfde medaille?) is die we aanduiden met uitdrukkingen
als ‘gut-feeling’ of ‘chemie’ of ‘het klikt’ etc. Wij
mensen zijn in wezen heel goed in staat (op onze klompen) aan te
voelen of die chemie etc. er is waardoor de relatie zich onderling verder vormt…
of niet en de relatie stokt en (uiteindelijk) stopt. Dus wat mij betreft:
driewerf hoera voor subjectief situationisme
en tegelijk voel ik aan mijn water (alweer zo’n
uitdrukking) dat er in de onmiddellijke nabijheid van de horizon - of
net erachter nóg ‘iets’ op (verdere?) ontdekking ligt te wachten.
10. Computable
van 6 juli: ‘Databank vingerafdrukken niet voor opsporing’ (http://www.computable.nl/nieuws.jsp?id=2041044).
Van wie is een vingerafdruk
eigenlijk? Wie mag zich als rechtmatige eigenaar opwerpen? Volgens de heel
eenvoudige - en niet mis te verstane regel: ‘informatie over een individuele
(rechts)persoon is eigendom van diezelfde (rechts)persoon’ is dat overduidelijk
(voor het volledige iDNA-manifest:
www.pauljansen.eu/materiaal/iDNA-Manifest.pdf).
En wie bepaalt er vervolgens wat er met welk doel door wie met een vingerafdruk
mag gebeuren? Er is maar één logisch antwoord mogelijk. Als het een
vingerafdruk van een van mijn eigen vingers betreft ben ik dat en niemand anders.
Punt.
Ja, ja, ik weet het, met het oog op een ordelijk verlopend maatschappelijk
(informatie)verkeer is nuancering hier en daar op zijn plaats, maar het
principe staat!
Duidelijk is in ieder geval
dat ik als persoon toestemming moet geven voor zowel elk gebruik als ook elke
opslag van mijn vingerafdruk, bijvoorbeeld in een centrale database.
Het artikel lezend lijkt het er sterk op dat ik aan (de grillen van) het kabinet/de overheid ben overgeleverd: het kabinet maakt
zoiets ‘gewoon’ zelf uit. Er wordt mij helemaal niets gevraagd. Anderen zijn
baas over mijn persoonsinformatie. Verhitte discussies worden over mijn hoofd
heen gevoerd door likkebaardende instanties. En de eigenaar van de
vingerafdruk? Die komt in het hele artikel niet één keer aan bod.
Wie zou er eigenlijk verantwoordelijk worden gehouden voor de correctheid van
mijn eigen vingerafdrukken die (zonder mijn toestemming) in een centrale
overheidsdatabase zijn beland? Ik vrees dat ik dat zelf ben, en dat terwijl
anderen de baas spelen over mijn persoonsinformatie. Treurig is het. Treurig!
11. Fysieke meetpunten (voor
druk, flow, temperatuur etc.) die een relatie hebben
met het fysieke gastransport…. Contractuele 'meetpunten' die een relatie hebben
met de - zeg maar even - administratieve wereld rondom gastransport. En
natuurlijk moet er op de een of andere manier ook steeds heldere relatie
bestaan tussen de fysieke werkelijkheid en de administratieve (beelden van die)
werkelijkheid. Daarbij zijn er natuurlijk ook allerhande mensen en aan-elkaar-geknoopte-applicaties die elk zo hun eigen geïsoleerde
‘gedachten’ hebben over en woorden hebben voor al die punten en
puntjes: netwerkpunten, netpunten, meetpunten, modelpunten en nog meer
punthoofden.
Wellicht hanteert Daan (Rijsenbrij) - en samen met hem zijn keur aan digitale
architecten - het bungalow-denken in enge zin. Dat
sluit ik niet uit. Maar Jaap (van Rees) bedoelt het volgens mij minstens zo
ruim als ik het zojuist heb neergezet.
En, ja - voor maatschappelijk
verkeer zijn er nog ruimere belevingscirkels nodig; een straat/buurtbeeld is op
die schaal beslist ontoereikend. Helemaal mee eens.
13. Als ik je goed begrijp
trek je beleven en verkeren als twee kanten van één en dezelfde
medaille uit elkaar om ze vervolgens direct weer aan elkaar ‘terug te
geven’ voor productieve wisselwerking.
In mijn ‘bungalow-verhaal’
laat ik het verkeringsaspect ongenoemd. Het belevingsaspect komt ruim voor
het voetlicht. Klopt. Had ik het verkeringsaspect
expliciet voor ogen? Nee. Had ik het verkeringsaspect impliciet toch wel
inbegrepen? Ik denk het eigenlijk toch wel ‘want’ zo bedenk ik nu: Kun je
iets beleven zonder tegelijk ook met dat iets te verkeren? Verkeren lijkt
mij een noodzakelijke voorwaarde voor beleven. In die zin is - zoals
ik het noemde - een ‘belevingscirkel’ niet los verkrijgbaar. De
verkeringscirkel is altijd in de ‘buurt’. En iedere actor
(‘bewoner’) heeft - van situatie tot situatie en van moment tot moment -
zo zijn eigen vastomlijnde idee over waar het middelpunt van zijn
concentrische cirkelverzameling ligt. Zo draaien er continu cirkels (golven)
uit allerhande concentrische cirkelverzamelingen door elkaar heen en beïnvloeden
elkaar op die manier. In golf-termen: uitdoven,
versterken. In Christopher-Alexander-termen: dead structure of alive structure.
Bedoel je met je commentaar
te zeggen dat het er in het geval van bungalow-zo-ruim-als-ik-het-zie
nog niet zo toe doet of je beleven en verkeren op één hoop gooit? En dat dat wellicht komt omdat het knusse bungalow voorbeeld de
min of meer onmiddellijke nabijheid veronderstelt van alle bungalows-in-de-buurt
met hun bewoners-in-de-buurt? En dat die
onmiddellijke nabijheid meer en meer wegvalt naarmate de cirkels groter en
groter worden? En dat je daarom op verkeringsvlak meer moet regelen
opdat op belevingsvlak voldoende kwaliteit van beleving gewaarborgd
blijft?
14. Aan het einde van de
paragraaf lijk je te suggereren dat ‘Show Me’ een tegenpool is van ‘Trust Me’.
Een valse tegenstelling – lijkt me – die ons denken al een aantal jaren
vertroebelt. Een paradigmaverschuiving is het al helemaal niet! Er is geen
sprake van een verschuiving van het ‘Trust Me’ naar het ‘Show Me’, maar het
‘Show Me’ komt er bij. Het is juist
het schrijnende gebrek aan vertrouwen in elkaar dat maakt dat we informatisch gezien zo in de problemen komen – met onszelf
en met elkaar. Het klinkt wellicht paradoxaal, maar de belangrijkste peiler om
te komen tot een robuust en consistent ‘Show Me’ is nu juist het… ‘Trust Me’.
15. Compliment! Er wordt in
principe helder onderscheid gemaakt tussen ‘ownership’,
‘user-ship’ en ‘holdership’.
Zo’n driedeling is een belangrijke enabler
voor informatisch gezond functioneren.
16. Onder het kopje
‘gasroundabout’ stel je: ‘One of the preconditions to become and stay eligible
for the gasroundabout is sustaining safe, efficient,
reliable gas transport’. Een belangrijk
punt, zeker, maar focussed naar mijn idee toch te
éénzijdig. Te éénzijdig op gastransport waardoor het als maar toenemende belang
van adequate informatievoorziening die nodig is om dat gastransport te laten
‘lopen’ te gemakkelijk naar de achtergrond verdwijnt.
Juni
- juli 2007, 2007 © Jan van Til