2008

2008.07 Aantekeningen

 

Jan van Til

 

 

Onderstaande tekstfragmenten zijn veelal afkomstig uit (reacties op) Linked-In, Digitaal Bestuur en e-mail die ik verstuurde in de periode december 2008. De volgorde van de fragmenten is (chrono)logisch.

 

01. Last week I attended the theoretical part of a UMM/CCTS workshop. As far as UMM is concerned there are two striking things I would like share with you:

1. Its strong focus on B2B Communication and

2. its strong focus on new collaborations for existing processes.

UMM strongly focuses on B2B communication; the customer/consumer is simply left out of the picture right from the start. To me this is a rather weird thing to do in today’s wide open internet society. Why? Well, with internet around, quite a lot (this is an understatement) of customers/consumers enter and permeate quite individually the so called business scene. Therefore the customer/consumer finds himself more than ever and increasingly… ‘in business’!

In other words: UMM seems to ignore that in today’s world – filled with internet and anytime, anyplace, anywhere – traditional boundaries get increasingly blurred. Whether it is business boundaries or societal boundaries… informationally speaking: they all get increasingly blurred. Therefore, my idea is that UMM, focussing on B2B, aims too much at a ‘previous’ world, a world that is in the process of ceasing to exist.

Secondly UMM strongly focuses on existing and settled processes. UMM only aims at new collaborations for such existing and settled processes. In today’s world most of the strong and stable processes are successfully automated – including vital collaborations. There are, however, an increasingly number of processes that need to follow today’s demand for dynamics. Such processes are always (partly) new and therefore to some extend unknown. Collaborations for such (partly) new, unstable and emerging processes are likely to be hard to handle by UMM, since UMM’s requirement of existing and settled processes is not met.

I did not attend the CCTS part of the workshop, because I did not expect to find anything new there. But, as far as I can see now, UMM does match with CCTS fairly well. This is not a surprise since UMM and CCTS both are related (UN/CEFACT) products.

Earlier this year I published an article on CCTS (in Dutch): “Core Components zijn voor gisteren”. Late 2007 I also published a comment on UCM (Unified Context Methodology); UCM plays a pivotal role within CCTS: “Severe Limits of CCTS”.

Since UMM and CCTS both are products that could be labelled as ‘interoperability products’ I also shortly examined the interoperability levels at which UMM and CCTS operate. Level 3 (human interoperability) is unreachable for CCTS (v3.0). Level 2 (digital interoperability) is the highest level of interoperability CCTS (v3.0) can reach. This is caused by the design fundamentals of CCTS (e.g. absoluteness of meaning of elements in the CCL; the Core Components Library).

For more information on the mentioned interoperability levels, please (re)read note #01 at the start of this document.

 

02. In het oefenschema hangt ‘geslacht’ aan de horizon en hangt ‘biometrisch kenmerk’ aan ‘natuurlijk persoon’. Liggen daar bijzondere beweegredenen aan ten grondslag? Enkele mijmeringen van mijn kant:

> Geslachtelijkheid is niet tot natuurlijke personen beperkt (ook dieren en planten doen wat dat betreft mee). Hoe dat precies zit, gaat in (deze versie van) het oefenschema (nog) schuil achter de horizon. De horizon als (voorlopige) ophangplek voor geslacht komt mij om die reden goed voor.

> Hoe zit dat met biometrische kenmerken? In (deze versie van) het oefenschema wordt biometrisch kenmerk slechts in verband gebracht met toegang van personen. Biometrisch kenmerk wordt er slechts gehanteerd als een verbijzondering van natuurlijk persoon (tot zijn biometrische kenmerken). Als een apart informatieknooppunt is biometrisch kenmerk een afsplitsing van informatiedetails die anders binnen het informatieknooppunt natuurlijk persoon verblijf hielden.

> Volgens Wiki is biometrie een breed veld dat beslist niet beperkt is tot vingerafdrukken en irisscans (en gelaatsscans). Ik krijg de indruk dat ook zoiets als geslacht zonder moeite tot biometrische kenmerken wordt gerekend. Wiki gaat nog niet zover dat ook dieren en planten als (levende) organismen worden ‘meegerekend’. In de praktijk komen hand/vingertransplantaties weliswaar nog niet dagelijks voor, maar dat zal wel een kwestie van tijd zijn. Ook het gezicht kunnen velen tegenwoordig al behoorlijk laten ‘opleuken’ zodat zelfs gelaatskenmerken variabel worden.

> Ook bestaat er zoiets als het biometrisch paspoort. Wiki: “Het per 28 augustus 2006 in Nederland geïntroduceerde biometrisch paspoort is niets anders dan een standaard paspoort, uitgebreid met een flinterdunne RFID-chip, die wordt aangebracht op één van de pagina’s. Deze draadloze chip (met een opslagcapaciteit van ongeveer 72 kilobyte) bevat o.a. alle gegevens die op de houderspagina staan weergegeven, aangevuld met extra (niet zichtbare) gegevens, waaronder een tweetal biometrische kenmerken van de houder: een gelaatsscan en (in een latere fase) twee vingerafdrukken (linker en rechter wijsvinger). Een derde biometrisch kenmerk, de iris-scan, zal niet worden gebruikt”.

> Volgens de Van Dale is biometrie: “het vaststellen van meetbare eigenschappen van levende wezens, bv. berekening van de gemiddelde levensduur uit statistieken”. Hmm. Die definitie komt wat merkwaardig op mij over (en gaat qua beeldvorming in een andere richting dan hiervoor door Wiki werd opgeroepen). Waarom de beperking tot ‘levend’? Ook wordt de suggestie gewekt dat het niet zozeer om individuele kenmerken gaat (zoals ik had verwacht), maar eerder om ‘gemiddelden’ met betrekking tot een (onder)soort.

 

03. Ooit bestond ‘organisatie’ alleen als werkwoord: organiseren. Dat was een mooie tijd. Dee Hock had dat heel erg goed in de gaten (chaordic organisations). Wij staan nog steeds en zo vaak en zo diep in onze kinderschoenen en moeten nog zoveel (af)leren.

Tegenwoordig is organiseren als zelfstandig naamwoord nog steeds springlevend. Kijk maar naar de vraag die je stelt – die staat er bol van! Dat is jammer.

Hoe sluit je een idee op in een gevestigde organisatie (bedrijfsmodel) zonder ruime, soepele enzovoort ontwikkeling ervan grondig te dwarsbomen?

In een informatiemaatschappij op de schaal van open Internet is informatie als wind en stroomt van zichzelf overal gemakkelijk naar toe. Een organisatie heeft informatisch gezien geen primaat meer; vormt geen leading context – zo je wilt. Het is in toenemende mate de gebruiker zelf die innoveert. Organisatie wordt weer een werkwoord. Ja, als we dat gaan inzien… gaan we begrippen die alles te maken hebben met organisatie als zelfstandig naamwoord (octrooi, patent etc.) vanzelf anders waarderen. Heel anders.

 

04. Wat goed – deze boekbespreking! En wat een prima schiftingsmiddel vormen de drie eenvoudige iconen die je erbij gebruikt!

Tip: Neem vooral zelf een kijkje op dotinividual!

 

05. Dank je wel voor je verhelderende commentaar en de nadruk die je nog weer even extra legt op het verschil tussen modelleermethode en de modellen die je er mee maakt. Ook wordt inderdaad (opnieuw) duidelijk dat ordelijke differentiatie van informatiedetails over informatieknooppunten tot diep nadenken stemt over wat, bijvoorbeeld, biometrie nu eigenlijk is voor de ontwerper in welke situatie(s).

 

06. Moeten we “Verbinden of integreren?”, zo vragen Harrie van Houtum, Marijn Janssen en Arre Zuurmond zich af. Mijn commentaar daarop:

Hoe zijn Nederlanders qua fysiek verkeer zowel verbonden als ook geïntegreerd geraakt?

Door een fysieke verkeersinfrastructuur aan te leggen, inclusief diensten-langs-de-weg, verkeersregels, handhaving ervan enzovoort. Daarbij is niet gekeken naar specifieke wensen van individuele verkeersdeelnemers: is het een ambtenaar, een burger, een medewerker van een bedrijf, een vreemdeling enzovoort. Nee, het is ‘gewoon’ een enkelvoudige en algemene voorziening voor de meest uiteenlopende gebruikers en gebruikersdoelen. Zeg nou zelf: dat is een ongelooflijk krachtig geheel waardoor onze ontwikkeling, onze vrijheid enzovoort een enorme stap verder werd geholpen.

Hoe raken Nederlanders qua informatieverkeer zowel verbonden als ook geïntegreerd?

Door een informatie-infrastructuur aan te leggen, inclusief allerhande benodigde informatiediensten voor veilig en betrouwbaar informatieverkeer, verkeersregels, handhaving ervan enzovoort. Daarbij moet niet gekeken worden naar individuele verkeersdeelnemers en hun specifieke eigenaardigheden: is het een ambtenaar, is het de overheid, een burger, een bedrijf, een medewerker van een bedrijf, een vreemdeling enzovoort. Nee, er moet ‘gewoon’ een enkelvoudige en algemene voorziening voor de meest uiteenlopende gebruikers en gebruikersdoelen worden opgetuigd. Zeg nou zelf: dat is een ongelooflijk krachtig geheel waardoor onze ontwikkeling, onze vrijheid enzovoort opnieuw een enorme stap vooruit geholpen zullen worden.

Onderscheiden overheidstaken, verdeeld over duizenden overheids(uitvoerings)organisaties die samen het gehele democratische systeem vormen, maken gebruik van dezelfde infrastructurele informatie. Schitterend! Ondanks de verspreiding van vele diensten over vele partijen, is infrastructurele informatie – volgens informatieverkeersregels; dat spreekt voor zich! – beschikbaar voor alle deelnemers aan informatieverkeer. Ja, klopt, ik heb het over èn burgers èn bedrijven èn overheden. Allen raken onderling en verbonden èn geïntegreerd via robuuste informatie-infrastructuur.

Inderdaad: Béter kan het voorlopig niet georganiseerd worden.

 

07. Uit jullie discussie maak ik op dat jullie de ambtelijke macht tot de uitvoerende macht rekenen. De ambtelijke macht behoort wat jullie betreft niet tot wat ook wel heet de schaduwmacht. Voor zover ik me herinner worden de onderscheiden machten binnen de schaduwmacht ook wel aangeduid met 4e, 5e enzovoort macht (maar dat weten jullie natuurlijk veel beter dan ik als groentje in overheidsland).

Tja, die extra machten die jullie op het toneel hebben gehesen, lijken de trias politica toch serieus op haar grondvesten te laten schudden…. Nu weet ik van de ontstaansgeschiedenis van de trias politica niet veel af, maar kan me voorstellen dat het destijds best wat voeten-in-de-aarde heeft gehad er een voetstuk voor tot aanzijn te laten komen. Of is dat voetstuk toen impliciet gebleven? Was er destijds wellicht ook een soort van 4e/5e/ne macht in het spel die – zeg maar – als voetstuk uitkristalliseerde opdat de trias politica er haar ‘rustplaats’, basis enzovoort op kon vinden?

Wat ik me in ieder geval goed kan voorstellen is dat die extra machten nu expliciet een plaats op het oude voetstuk verdienen, dus náást de gevestigde ‘orde’.

Wat ik me ook kan voorstellen is dat die expliciete machten na verloop van tijd – als alles opnieuw ‘normaal’ is geworden – weer ‘indalen’ in het (nu veel krachtiger) voetstuk. En is het dan niet zo dat wanneer die indaling compleet is… de boreling daar is en de paradigmawissel compleet? Inderdaad: “sometimes you have to grow further apart in order to [be able to] start growing together [again]…”.

Is het bijzondere van dotindividual niet dat ze er ‘gewoon’ op uit is met betrekking tot informatie hetzelfde gedrag te bewerkstelligen dat ons inzake materie zo gewoon en vertrouwd is? Zit de taak van dotindividual er niet gewoon op als materialisatie van informatie een geaccepteerd feit is?

Zoals ik jullie begrijp is het de bedoeling dat er aparte registratiemachten ontstaan die elk één of meer knooppunten voor informatieverkeer voor hun rekening nemen (het registreren en verstrekken van informatie conform de beginselen van de open informatierechtsstaat). Die aparte registratiemachten behoren niet tot de uitvoerende macht en ook niet tot de burgermacht; beide machten kloppen voor informatie netjes aan bij de nieuwe en onpartijdige registratiemacht. Onderlinge afhankelijkheid wordt losgekoppeld van informatisch prestige. Onderlinge afgunst moet voor verdere strijd op zoek naar nieuwe slagvelden.

Hoe zich de burgermacht gaat verhouden ten opzichte van de uitvoerende macht levert bij mij eigenlijk nog geen ‘werkelijk’ beeld op. Gaat een deel van wat jullie als uitvoerende macht lijken te bestempelen uiteindelijk niet erg door de nieuwe burgermacht heenlopen? Of blijft de burgermacht juist op het voetstuk staan en zakt (een deel van de) uitvoerende macht er uiteindelijk in weg? Hoe zien jullie dat eigenlijk?

Het lijkt er sterk op dat de ‘trias’ van trias politica niet langer als een constante kan worden opgevat. We hebben er een nieuwe variabele bij!

 

08. Ja, ook overheidsdienaars zijn natuurlijk primair burger en als zodanig soeverein. En als zodanig kiezen ook zij op gezette tijden hun ‘administration’, waarbinnen de machten nu nog tp-verdeeld (tp staat voor trias politica) liggen. Daaraan wordt de registratiemacht als aparte macht toegevoegd zodat alle burgers zich situationeel tot die registratiemacht kunnen wenden om gegevens op te vragen en/of te laten registreren. Één en ander conform de beginselen van de open informatierechtsstaat – dat spreekt voor zich.

Ja, door de registratiemacht (in het kader van algemeen belang) expliciet apart neer te zetten… als een aparte ruif waaraan iedere burger zijn situationele bijdragen mag/heeft te leveren en waaruit iedere burger ook situationeel mag mee-eten… manifesteert de ambtelijke macht zich eerst als burger en pas daarna als ambtelijke macht. Op vergelijkbare wijze manifesteren anderen zich (natuurlijk ook eerst als burger en pas daarna) als medewerker bij een bedrijf, als werkzoekende, als … enzovoort. Oh, ja: alles loopt vanzelfsprekend op de rolletjes van de open informatierechtsstaat.

 

09. Paul, ik vind die filmpjes altijd weer prachtige creaties waarmee je (voor een kijker) op simpele en krachtige manier ideeën voor het voetlicht brengt. De jongste loot aan de boom heet: Pentas Politica.

Prachtig zoals je de TP schetst met daarbij alvast ruimte voor extra P’s (Pentagram: staat ondanks a-symmetrie bol van krachtige symmetrie dat zich met gulden snede verhoudingen tot in het oneindige door kan zetten).

Mooi ook om te zien hoe – zonder er woorden aan vuil te maken – de rol (macht) van het volk iedere keer een stukje afkalft als er weer een nieuwe macht op het toneel wordt geplaatst. Die verder doorschietende afkalving wordt verderop in het filmpje weer tot evenwicht opgetrokken.

Die rustig groene en tegelijk zo nadrukkelijk prikkelende verbeeldingskracht van dat Matrix scherm… Dat groene… het wordt steeds harder… Woorden schieten tekort. Schitterende verbeelding van wat ik bedoel met het ‘ademen’ van zoiets als een Ubiquitous Big Brother sfeer. En ieder maakt er het zijne/hare uit op… precies naar de mate waarin hij/zij het symbool begrijpt.

In mijn beleving zou (je filmpje over) Pentas Politica op zijn minst moeten uitstralen waar dotindividual (.i) voor staat. Een open informatierechtsstaat dus, waarin ieder individu informatisch gezien aan z’n rechtmatige trekken komt. Zo staat het ook in de missie van dotindividual. Met Pentas Politica wil je (denk ik) een positieve, opbouwende bijdrage leveren, wil je evenwicht brengen, recht doen aan algemeen belang in informatiemaatschappij, wil je vertrouwen funderen.

Wat zich langzaam maar zeker voor onze ogen ontvouwde… en wat sommigen al vanuit hun ooghoeken zagen gebeuren… was wat we later informatiemaatschappij zijn gaan noemen. En dat in omvang toenemende informatie-gedoetje kwam – volstrekt uit het lood (balans) geslagen – bij allerlei uitvoerende macht terecht. Om balans, evenwicht enzovoort terug te brengen komt die registratieve macht naar voren ten dienste van alle individuen, of ze nou in een bedrijf werken, of voor overheid of nog weer anders….

 

10. In het venturelab van (o.a.) Aard Groen ontwikkelt en test men groepsgerichte benaderingen van competentiegericht leren van high-tech ondernemerschap.

Ondernemers (serieel of ‘vers’) kunnen hier aan de slag met ideeën/technologieën van zichzelf, van de UT, Saxion of van bedrijven die met hun technologie nieuwe business (teams) willen ontwikkelen. Zie www.venturelabtwente.com. De stelling “De ondernemer is geen ‘lonesome cowboy’; succesvol high-tech ondernemen vereist daarom teams die de rollen CEO, CTO, CFO, CMO, COO op hoog professioneel niveau kunnen uitvoeren” is een basisuitgangspunt van deze methode. Groen plaatste deze stelling op/in een discussiegroep op LinkedIn (Innovatie 2.0). Mijn reactie erop:

Ik vind het een prachtig beeld! De ondernemer is juist wèl een lonesome cowboy! Want de lonesome cowboy weet als geen ander hoe innig hij verbonden is met de context die hem tot lonesome cowboy maakt. Die door de lonesome cowboy sterk beleefde en ook doorleefde context vormt juist de oerkracht van de lonesome cowboy. Zonder zijn paard, zonder zijn weerbarstige leefomgeving kan de lonesome cowboy niet tot succesvolle hoogstandjes (high tech, zeg ook maar) komen.

De lonesome cowboy een held? Wat een nonsens. De lonesome cowboy weet wel beter! Wie in dergelijke termen denkt, mist volledig de kern van de dagelijkse onderneming van de lonesome cowboy.

De lonesome cowboy is iemand met veel zelfkennis en kennis van zijn omgeving. Hij weet waar hij goed in is. In zijn dagelijkse onderneming laat hij alle andere zaken graag aan andere lonesome cowboys over. En zo ontstaat er een netwerk aan lonesome cowboys waarin iedere cowboy zijn eigen individuele ding doet. Niet autonoom, maar in sterk besef van onderlinge afhankelijkheid en in nauwe samenwerking met zijn directe leefomgeving. Heel professioneel. Op die manier stijgt het de lonesome cowboy ook niet naar zijn bol, nee dan legt hij het loodje. Dat weet de lonesome cowboy als geen ander. Hij is immers een skilled professional!

 

11. Als ik begin bij het nieuwe begin (bij het iDNA Manifest dus), dan klinkt daar zo pontificaal en majestueus dat eenvoudige, krachtige enzovoort: “persoonsinformatie is persoonseigendom”. Dat is waar het iDNA Manifest mee opent. En de overige artikelen van het Manifest? Och, die dienen om die krachtige opening te contextualiseren. Waarom? Nou, dat is nodig om vertrouwen over en weer handen en voeten te geven, zodat die krachtige opening wat gaat betekenen, zodat reële personen (bijv. burgers) zichzelf daarin in onderlinge afhankelijkheid van andere reële personen weerspiegeld zien. Dat bepaalt immers de mate waarin reële personen zichzelf aan ‘zoiets’ veilig d.w.z. in vol vertrouwen kunnen overgeven. Dat lijkt wellicht een hele aderlating, maar die overgave keert onmiddellijk naar de reële persoon terug in de vorm van een nieuwe vaste (en ruimere) basis vanwaaruit hij/zij verder gedrag in vertrouwen kan ontplooien.

De registerhouder (#5, de ‘registrative power’ van de pentas politica: zie het bijbehorende filmpje!) is een enkelvoudige persoon (wettelijk erkende instantie) die acteert als infrastructurele voorziening ten behoeve van verzameling, registratie en verstrekking van registerinformatie van/aan reële personen in maatschappelijk informatieverkeer.

Voor wat betreft het informatische aspect geldt dat de wettelijke kaders waarbinnen de registerhouder opereert van de wetgever (#2) afkomstig zijn. Naleving van de regels (controlemacht) voor ordelijk informatieverkeer ligt op het bordje van wetsuitvoerder (#3). Eventuele onenigheid/overtredingen worden door rechtspreker (#4) afgewikkeld.

De voorzieningen #2, #3 en #4 zijn alle, net als voorziening #5, infrastructurele voorzieningen. Voorzieningen die voorzien in ordelijk informatieverkeer tussen reële personen.

Dat hele infrastructurele voorzieningenstelsel (#2 t/m #5) moet dus aan de slag binnen de kaders van artikel 2 t/m artikel n van het iDNA Manifest (versie m). Dat hele stelsel vormt dus de context (inbedding) van het “persoonsinformatie is persoonseigendom”. En dat hele stelsel ontleent haar zin, haar bestaansrecht aan het bestaan van reële personen waaraan dat hele stelsel dienstig is.

De geïdealiseerde burger, opgevoerd door Wisse, is naar mijn idee zoiets als een burger-an-sich (een subset van persoon zoals die in de opening van het iDNA Manifest ten tonele wordt gevoerd). Dat is inderdaad geïdealiseerd, want zoiets bestaat natuurlijk niet. Immers, iets dat zorgvuldig ontdaan wordt van alles wat dat iets in haar omgeving een plaats geeft (en dus situeert)… ontneemt dat iets haar plaats, haar aanzijn. Dan heeft dat iets niets meer om (ook maar iets) te zijn. Verbijzondering (be-coming) van persoon tot burger vergt situering in ‘burger-situaties’.

Dat hele infrastructurele voorzieningenstelsel (#2 t/m #5) is er om de reële personen (zoals #1) mee te dienen; niet andersom. Waarmee? Met ordelijke verzameling, registratie en verstrekking van informatie aangaande reële personen. De dienaar is ‘soeverein’ in zijn bediening. De bediende is ‘soeverein’ in zijn bediening. Beider ‘soevereiniteit’ wortelt (verdwijnt in en komt voort uit), om weer bij het begin te eindigen, in dat soevereiniteits(verdwijn)punt “persoonsinformatie is persoonseigendom”.

 

12. Er is een tijd geweest dat organisatie een werkwoord (ww) was. Personen werkten (organiseerden) in bepaalde verbanden hun kostje bij elkaar. Dat raakte populair waardoor het verband nadruk kreeg (uiteindelijk ten koste van het mensenwerk). Zo ontstond organisatie als zelfstandig naamwoord (znw). Met het Nieuwe Werken komt het werken zelf weer in de schijnwerpers te staan (of omgekeerd: omdat het werken zelf weer in zwang raakt is er een label voor nodig). Werken in zowel sterk variërende als ook heel gevarieerde verbanden.

Er zullen, denk ik, kantoren verdwijnen. De overblijvende kantoren krijgen een geheel ander karakter en horen veel minder bij organisatie (znw). Organisaties (vernet)werken sterk. Traditionele organisatiegrenzen vervagen de laatste jaren al enorm. Organisaties worden kleiner, worden schakels in dynamische ketens – nee in dynamische netwerken! Organisatie (znw) wordt amorf. Organisatie (ww) wordt Nieuw Werken.

Op informatisch niveau is daarvoor een doorbraak nodig in ons denken over informatie. Zolang ieder voor zichzelf over ‘alle’ informatie wenst te beschikken (autonoom, onafhankelijk), kan er geen infrastructurele informatie ontstaan waaruit vele schakels gemeenschappelijk putten. En zonder de werkelijke erkenning van onderlinge afhankelijkheid blijft informatie-infrastructuur achterwege en komen we – Nieuw Werken of niet – om in onze eigen informatiehooibergen (informatie-riool – zeg ook maar).

 

13. Omdat we tegenwoordig in een – wat heet – informatiemaatschappij leven, is het denk ik een uitstekend idee om ‘de overheid’ eens opnieuw te gaan uitvinden (en, ja – dat geldt dan uiteraard ook voor ‘de onderdaan’). Nee, niet snel even een nieuw stickertje over oude overheid plakken: ‘e-overheid’ of zo – daar heb ik het niet over. Met een snelle facelift komen we niet verder.

Nee, het moet radicaler. Hoe zou ‘de overheid’ eruit zien als we haar vandaag als het ware voor het eerst zouden moeten uitvinden? Hoe zou het informatische aspect van ‘de overheid’ van meet af aan vorm krijgen in/tot informatiemaatschappij? Hoe ziet een overheid er uit die vanuit haar diepste wezen is opgebouwd rondom informatie?

Is er dan een aparte Registermacht die het ordelijk verzamelen, registreren en beschikbaar stellen van persoonsinformatie tot kerntaak heeft? Zijn er dan nieuwe, op informatische leest geschoeide, Wetgevende, Uitvoerende en Rechterlijke Machten? Zijn er dan, met andere woorden, vier infrastructurele voorzieningen die ordelijk informatieverkeer ten behoeve van burgers, bedrijven en overheid adequaat faciliteren? Hebben we dan, als burgers, bedrijven en overheid, de beschikking over een uiterst krachtige informatie-infrastructuur die informatieverkeer soepel faciliteert? Een volstrekt transparante informatie-infrastructuur waarvan burgers, bedrijven en overheid allemaal als verkeersdeelnemer gebruik maken. Net als bij fysiek verkeer.

Voor een eerste aanzet tot visualisatie kun je terecht bij dotindividual: http://www.dotindividual.com/pentaspolitica.html .

Hoe kun je nu beter invulling geven aan 2009 als het Europese jaar van de Creativiteit en Innovatie? Dit wordt de innovatie-knaller van het decennium! Toch? Zeker!

 

14. Een vorst die uitspreekt dat hij soeverein is… twijfelt aan zijn eigen soevereiniteit. Waarom zou een werkelijk soeverein zich daar over uitlaten? Da’s toch geen gespreksonderwerp? Bij een werkelijk soevereine vorst zou zo’n gedachte niet eens opkomen. Ideaal dus…. Zo’n gedachte alleen al zou zorgen voor het verspreid/verbrokkeld raken van zijn soevereiniteit. Wel zo reëel….

Eigenlijk doet het nadenken over soevereiniteit afbreuk aan soevereiniteit. Het begrip vrijheid lijkt me verwant. Zodra je vrijheid vorm probeert te geven, brokkelt het af en raak je het uiteindelijk kwijt. En door het wat kwijt te raken, krijg je het terug en kun je in die nieuwe vrijheid leven. Wel zo reëel….

 

15. In een woonzaak zag ik een mooi, glossy boekje liggen met de titel: “rethinking sitting”…. En het flitste door me heen: “rethinking information”! Hoe? Contextueel natuurlijk! Hoe anders kun je informatie ‘zien’ in informatiemaatschappij?! En ook: Hoeveel rijkere informatiemaatschappij lopen we mis als we informatie niet op die manier rethinken?

 

16. Ikzelf ben er (helemaal) aan toe om de vier infrastructurele voorziening(smacht)en… neer te leggen. Als een soort bodem. Of ondergrond zo je wilt. Is grond(wet)macht wellicht nog mooier? Zo maak je van tetras politica … terras politica ;-). Waarvoor? Voor de burger. De burger krijgt haar ‘hoge’ plaats - in de vorm van een piramide, of misschien nog mooier… een naald met een vierhoekig grondvlak (voor aansluiting van en op de vier infrastructurele machten). Zo staat de burger middenin het centrum van de tetras/terras politica. Zo torent de burger tegelijk ook hoog uit boven de ondergrond die diezelfde burger (meervoud kan denk ik ook: burgers, volk) draagt. Ja, draagt! Dienstig dragen. Inderdaad – soevereiner kun je (als burger) niet worden: wat moeten sterk onderling afhankelijke burgers in informatiemaatschappij zonder draagvlak? Dan kan de koning verder mooi thuisblijven. Over de soevereine burger hoeven we het verder niet te hebben. De ‘band’ met de oude trias politica (die slechts als aanleiding is vol te houden) wordt daarmee ook losser, terwijl de elementen ervan duidelijk aan de (nieuwe) orde komen op hun nieuwe plaats in de ondergrond van/voor demos-kratos.

Weet je wat? Maak er geen vierhoekig grondvlak van, maar een cirkelvormig grondvlak. Zo wordt de burgerij (het volk) een kegel/naald en kun je met het grondvlak nog eventueel de kant van een rotonde op (over verkeer gesproken)!

 

 

 

December 2008, 2008 © Jan van Til