Ruim baan voor d0ss1ers

Ruim baan voor d0ss1ers!

 

Jan van Til

 

 

 

Nee, dat is geen tikfout. In informatiemaatschappij bestaat nu eenmaal belangrijk onderscheid tussen dossiers en d0ss1ers. En dat dringt ons ertoe dat we dat onderscheid ook daadwerkelijk gaan inzien èn gaan maken!

 

Digitale dossiers kunnen zich in enorme belangstelling verheugen. Zodra er iets mis gaat of beter moet… komt er weer een nieuw – apart, eigenstandig – dossier bij. Denk maar aan dossiers als elektronisch patiëntendossier (EPD) of elektronisch kind dossier (EKD). Gesteggel over wie wel/geen toegang tot welk dossier moet hebben barst al snel los. Geharrewar over conflicterende informatie in verschillende dossiers leidt tot verwarring en… ongelukken. Dergelijke dossiers leiden als vanzelf tot smakeloze informatie-puree waarin we als moderne samenleving dreigen te verzanden.

 

Het verlammende van het woord ‘dossier’ is dat we er allemaal een beeld bij hebben. Een beeld dat stamt uit het pre-digitale tijdperk en dito erfenis met zich meezeult. Een dossier is ‘daar’ zoiets als een fysieke map, opgeslagen in een fysieke kast, met daarin een aantal fysieke documenten die vanwege het één of andere gezamenlijke belang van één of meer personen bij elkaar zijn gebracht.

 

En hoewel iedereen weet dat ‘dat’ in digitaal tijdperk ‘allemaal’ héél anders gaat… blijven we dat heel-anders-gaan – onbewust – frustreren met onze ingesleten beelden uit het pre-digitale tijdperk. En dat is bijzonder vervelend omdat dergelijk denken remmende – ja, zelfs verlammende – uitwerking heeft op verdere ontwikkeling van moderne informatiemaatschappij. Hoe modern de toegepaste technologie ook is; digitale dossiers zijn ho-pe-loos ouderwets. Ze vormen een smet op het nieuwe blazoen van onze informatiemaatschappij.

 

In uw en mijn informatiemaatschappij is een digitaal d0ss1er (kortweg d0ss1er) niets anders dan een digitale ‘strik’ om één of meer digitale verwijzingen naar digitale informatie-elementen. En zo’n strik wordt door een individuele belanghebbende gelegd voor zover zijn/haar belangstelling reikt en voor zolang zijn/haar belangstelling standhoudt (leest u dat rustig nog een keer).

Tussendoor: dankzij ruime verwijsmogelijkheden in combinatie met Internet kunnen we vandaag de dag volstaan met enkelvoudige (!) vastlegging van informatie-elementen. Informatie-elementen die we via persoonlijke verwijzingen gemakkelijk ‘bereiken’. Over ontdubbelen gesproken; dat ruimt alvast enorm op! U wilt informatie-inconsistentie een halt toeroepen? Grijp uw kans!

 

Op die manier legt – in moderne informatiemaatschappij – ieder individu voor zichzelf, individueel, d0ss1ers aan. Moeiteloos. Er zijn informatie-elementen die u deelt met andere belanghebbenden; andere houdt u voor uzelf. En zo kunnen twee individuen – bijvoorbeeld een bepaalde patiënt en een bepaalde zorgverlener – vanuit een bepaald gedeeld belang over eigen verwijzingen naar gemeenschappelijke informatie-elementen beschikken. Wie daaromheen een digitale strik legt, heeft er weer een d0ss1er bij. Mogelijk is dat een (deel van een) patiëntend0ss1er. Of een kindd0ss1er. Dat hangt o.m. af van het gedeelde belang (voor zolang dat standhoudt).

 

Inderdaad, een d0ss1er is een kwalitatief ander ‘ding’ dan een dossier!

 

In een moderne informatiemaatschappij kunnen individuen met enorme snelheid enorme hoeveelheden strikjes om enorme hoeveelheden verwijzingen naar enorme hoeveelheden informatie-elementen vanuit enorm variërende en sterk wisselende belangen (ver)leggen. Individuen doen dat onveranderlijk situationeel en vanuit bepaalde, wisselende motieven: dus heel dynamisch.

Dat is de digitale d0ss1er-realiteit waarmee u en ik te maken hebben. Te moeilijk? Welnee. Het is wel ingewikkelder geworden – dat klopt. Bedenk echter: eenvoudiger is het domweg niet meer. Of staat u er op uzelf voor de gek te houden?

 

Het is voortaan de kunst elk individu zijn/haar eigen individuele strikjes om verwijzingen te laten (ver)leggen naar bedoelde informatie-elementen, en wel vanuit de individuele situatie en in lijn met de eigen motieven.

Digitale technologie helpt met de administratie van al die strikjes, verwijzingen en informatie-elementen. Moeiteloos! Als digitale technologie èrgens goed in is….

 

In het pre-digitale tijdperk zouden we eenvoudigweg niet op het idee komen een dossier als een d0ss1er op te vatten. We zouden voor gek worden versleten. Inmiddels voorzag de niet te stuiten opmars van digitale technologie ons van kwalitatief andere mogelijkheden. D0ss1ers bijvoorbeeld – die liggen ‘opeens’ binnen handbereik!

 

U wilt nu een nieuw dossier aanleggen? Prima! U doet het toch wel als d0ss1er?! Wie vandaag de dag een dossier nog als dossier wil aanleggen, moet voor gek versleten worden. Zoiets doe je niet?! Wie de kwalitatief ruimere mogelijkheden van d0ss1ers ziet, kan zich niet voorstellen dat, bijvoorbeeld, EPD en EKD als aparte, eigenstandige dossiers worden opgezet. Je komt niet eens op het idee!

 

Gek genoeg gebeurt dat wel. Wàt een verspilling! Wàt een oponthoud! Wàt een drama!

 

Nu u het onderscheid tussen dossier en d0ss1er zíet, kunt u het verschil ook daadwerkelijk gaan máken. En dàt levert doorbraak tot verdere ontwikkeling van moderne informatiemaatschappij. Ruim baan voor d0ss1ers!

 

Noot: Hoe zit het met toegang tot informatie-elementen? Het kan natuurlijk niet zo zijn dat individuen in elkaars werk (informatie-elementen) knoeien: de patiënt wijzigt de aantekeningen van de zorgverlener of omgekeerd. Ook kan het niet zo zijn dat een patiënt alle informatie die een zorgverlener over hem/haar noteert, kan inzien of omgekeerd. Enzovoort. Als wezenlijk uitgangspunt voor ordelijk verlopend maatschappelijk informatieverkeer geldt: “persoonsinformatie is persoonlijk eigendom”. Het is de eigenaar die in principe bepaalt wie er wanneer van welk informatie-element om welke reden en op welke manier gebruik mag maken.  

 

 

 

Februari 2009, 2009 © Jan van Til

 

Voorgaande tekst is eveneens gepubliceerd op mijn blog “Informatiekundig bekeken”.